RECEPT VAN WELEER
Ontbijtkoek
Lichtelijk bezweet kwam Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Flerdelis, eigenares en hoofdbewoonster van de villa van Weleer, de keuken binnengelopen van Louis, de Franse chef kok van mevrouw. Zoals gewoonlijk was het heerlijk warm in de keuken, dankzij het houtgestookte fornuis, waar altijd wel iets op stond te borrelen of in gebakken werd. Sophie kon het zich niet heugen dat het vuur in het fornuis ooit uit was geweest sinds Louis de scepter zwaaide in de keuken. En dat was al heel wat jaartjes, inmiddels. Zij was dan ook niet de jongste meer, net als Louis. Die had zijn opleiding in Frankrijk genoten, van de eerste streekrecepten die hij van zijn moeder leerde, tot aan de fijnste spijzen die hij in de keukens van diverse Franse meester koks leerde maken. Daarna had hij nog diverse jaren door Europa gezworven, waar hij via de koks van de andere grote huizen ook de nodige kennis opdeed van de internationale keuken.
‘Hèhè!’, sprak de huishoudster, ‘het zit er weer op voor vandaag, de gangen gestofzuigd, de meubels in de salon in de was gezet, net als de leuningen van de trappen, tot en met de zoldertrap, de rest komt morgen weer aan de beurt. En dan heb ik ook nog de rommel opgeruimd die Hermien heeft achtergelaten toen zij de hal had gedweild, zoals zij dat noemt. ’Ach ja, ‘Ermien, zij is nog jong en moet veel leren’, sprak de kok vergoelijkend. ‘Nou, ik vraag mij af of dat er ooit van komt. Ze is wel érg onhandig’, mopperde Sophie. ‘Laat ik je humeur opbeuren met een ‘eerlijke kop koffie met iets lekkers erbij. Wat blief je het meest: een petit tartelette tatin met appel, peer en honing, of een petit pain au chocolat en noisettes?’ ‘Als ik eerlijk ben’, zei Sophie, ‘zou ik het meeste zin hebben in een lekkere plak Hollandse ontbijtkoek met roomboter en, als je me echt gek wilt krijgen, een plakje oude kaas erop.’
‘Ontbijtkoek?’, de kok was duidelijk verbaasd, ‘maar het ontbijt is toch allang voorbij? Het is bijna tijd voor de middagmaaltijd, wil je dan nog ontbijt eten?’ ‘Ontbijtkoek is maar een naam, die kun je de hele dag door eten. Zelfs ’s avonds voor het slapen gaan. Het heet ook wel honingkoek, omdat het soms met honing wordt gemaakt. Of snijkoek, zoete koek. Daar is zelfs een spreekwoord mee, dat je niet alles voor zoete koek moet slikken. Snap je wel?’ ‘Nee, het wordt mij er niet duidelijker op’, de kok was enigszins in zijn wiek geschoten dat er een recept was dat hij niet kende. Als internationaal opgeleide chef bleken er nog altijd lokale lekkernijen te bestaan die aan zijn aandacht waren ontsnapt. ‘Maar als je mij een recept geeft, zal ik speciaal voor jou een ontbijtsnijzoetekoek bakken’, beloofde Louis. ‘Daar zou je mij heel blij mee maken’, antwoordde Sophie, ‘en kom nu maar op met je chocoladebroodje!’
Ontbijtkoek maken is niet zo moeilijk en je kunt er allerlei variaties van maken, met krenten of rozijnen, kandijsuiker, gember, chocolade, gedroogde stukjes fruit, enzovoort. Leef je uit!
Om te beginnen vet je een bakvorm met een lengte van 20 tot 28 centimeter in en bestuif die met meel.
Zeef het meel, bakpoeder, kruiden, zout en de bruine suiker in de beslagkom en meng ze goed door elkaar.
Roer er dan met een lepel de melk en de stroop of honing door. Als het deeg te droog wordt, wat melk toevoegen.
Schep het deeg in de bakvorm en bak ongeveer 90 minuten in een op 150 graden voorverwarmde oven. Als de koek gaar is, op een rooster storten en laten afkoelen. Smullen maar!
Reacties
Een reactie posten