Doorgaan naar hoofdcontent

WOORD VAN DE WEEK: EEN OUDERWETSE SCHELDPARTIJ

 WOORD VAN DE WEEK: 

EEN OUDERWETSE SCHELDPARTIJ

Kan kunst zijn

Het aantal scheldwoorden dat men tegenwoordig gebruikt lijkt steeds meer beperkt te worden. Er wordt over het algemeen nog maar met een paar woorden gegooid; een ziekte of geslachtsdelen, eventueel een combinatie ervan. Of men wordt ervan beticht zich in de prostitutie te begeven. Zoals men dan vaak zegt: ‘dat was vroeger wel anders!’ 
 
Dan werd er, met enige misplaatste trots of zelfs ontzag, van iemand gezegd dat deze kon schelden als een bootwerker. Bootwerkers, handwerkslieden die werden ingehuurd om schepen te lossen, stonden bekend als ruwe klanten. Ze moesten tegen een stootje kunnen, maar blijkbaar bedienden zij zich ook van een uitgebreide vocabulaire op het gebied van schelden en vloeken.
 Kan een illustratie zijn
Laten we een paar van die ouderwetse scheldwoorden eens onder de loep nemen en nader bekijken. Gespuis; gepeupel; uitschot, werd vroeger wel aangeduid met ‘crapuul’. Het is geen verrassing dat wij dat uit het Frans hebben overgenomen: crapule, zwijnerij, janhagel, dat is weer afkomstig uit het Latijn, waar crapula ‘roes’, ‘brasserij’ betekent. Van het Griekse kraipalè: drinkgelag, roes, kater. In 1977 werd in Antwerpen de muziekgroep Katastroof opgericht waar gedurende 44 jaar de zanger zich Zjuul Krapuul noemde. Er is ook een website ‘Krapuul’, die zich ‘links van links, radicaal, groen’ noemt, met nieuws en opinies over de wereld, politiek, natuur & milieu en dergelijke’
 
 
 
Crapuul wordt vaak in één adem genoemd met falderappes, dat wij te danken hebben aan de Spaanse en Portugese Joden die onze streken kwamen bevolken, op de vlucht voor moord en onderdrukking in eigen land. Waar het precies vandaan komt is niet duidelijk. De meeste bronnen gaan uit van ‘gualdrapa’, een paardendeken. Dat zou een betekenisverschuiving naar een waardeloos stuk textiel hebben gekregen. In de Middeleeuwen had het ook de betekenis van mantel en van een van de mantel afhangend vod. 
 
Anderen menen dat het een verbastering zou kunnen zijn van het Franse ‘valet de drap’, een lakenknecht. Die had in vroeger eeuwen wellicht geen al te goede reputatie. De Groene Amsterdammer schreef in het nummer van 9 augustus 1914: ‘Ze schijnen nogal lastig te zijn geweest, want nog altijd noemt men in Amsterdam het minste soort van menschen, het ‘crapule’ of ‘valderappes’; vee van de richel.’
 
Dan is er nog de geitenbreier, van oorsprong een zeurpiet of sufferd. In etymologische kringen heerst er onduidelijkheid over de uitgang ‘geit’, dat van het Oudnederlandse, uit 800 stammende ‘chet-cordar’ voor geitenkudde afkomstig is en zich via ‘cheet’ en ‘cheit’ ontwikkelde. Er is wel een ouder scheldwoord: ‘muizenbreier’, dat lanterfanter betekende. De uitgang ‘breier’ betekende ‘vent’ of ‘kerel’, dat van het volkse werkwoord ‘bruien’ afkomstig was. 
Kan een illustratie zijn van de tekst '1922 MODES ET MANIÈRES D'AUYOURD' HUI PL.X L'ATTENTAT'
 
Het betekende ‘een vrouw beslapen’, wat nog herkenbaar is in het woord ‘bruid’. ‘Geitenbreier’ kreeg een positieve betekenis dankzij het tv-programma ‘Film van ome Willem’ van Edwin Rutte die naast zijn vaste begeleiders Teun, Toon en August door een combo werd ondersteund dat de Geitenbreiers heette, met hoofdgeitenbreier Harry Bannink en de grote grijze geitenbreier Harry Mooten. 
 
Daarnaast was er de papjesgeitenbreier Frank Noya en er waren een aantal plasgeitenbreiers, eigenlijk administratief medewerkers van de VARA, die klaarstonden om de kleuters in het publiek te begeleiden naar het toilet. En zo zien wij hoe een scheldwoord voor sufferd zich kan ontwikkelen tot hooggewaardeerd muzikant!
 
Kan een afbeelding zijn van 3 mensen, mensen die muziekinstrumenten bespelen, staande mensen en binnen
 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oud en Wijs “DE MENS LIJDT HET MEEST, DOOR HET LIJDEN DAT HIJ VREEST.”

    Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

DE PAUS IN UTRECHT!

DE PAUS IN UTRECHT!   Oh, wat een dag was dat, toen de paus naar Utrecht kwam! Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nee Louis, niet paus Adrianus VI, zo oud ben ik nu.... Terug naar mijn verhaal. De Salon van Weleer was in rep en roer, want zo'n bezoek maak je niet vaak mee. Paus Johannes Paulus II, zou op 12 mei 1985 ons stadje, Utrecht bezoeken. Ja ja Louis, die van dat liedje Popie Jopie. Mevrouw Belle de Fleurdelis was druk bezig met de voorbereidingen en ik hielp natuurlijk waar ik kon. Nee ja Louis, de paus is inderdaad niet in de Salon geweest... dat zeg ik toch ook niet. In ieder geval terug naar het verhaal. De verwachting was dat de straten vol zouden staan met mensen, maar het tegendeel bleek waar. Het was echt een bizarre aanblik, die lege straten. In Den Bosch was het al rustig, maar Utrecht spande de kroon met de protesten. Mensen hingen aan lantaarnpalen en riepen "Pope go home!". Het was een chaos zoals ik die nog nooit had gezien. De beelden va...

Het bijzondere woord: Hartstocht!

  Het afgelopen seizoen bespraken Louis en Sophie wekelijks een woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.      In deze rubriek onderzoeken wij de herkomst van woorden in het Nederlands, oftewel de etymologie. Die zou vrijwel zeker niet bestaan in zijn huidige vorm zonder het werk van Cornelius Kiliaan, Cornelis van Kiel, die zijn Brabants dialect vergeleek met andere gewesten en talen in het 16 e -eeuwse Etymologicum Teutonicae Lingua, waarvan de 3 e editie in 1599 verscheen.         Het woord van deze week is HARTSTOCHT: een zelfstandig naamwoord dat wordt omschreven als ‘passie’. Een samenstelling van ‘hart’’ met ‘tocht’ in de zin van ‘trek’ of ‘begeerte’, zoals in het vroegnieuwnederlandse ‘een onkuise toghte des herten’.     Ontstaan uit het Latijnse passio , naast andere combinaties als ‘herts- treck ’’ dat wij bij genoemde Kiliaan terugvinden in 1599.       We zien het ook in het woord ‘tochtig’. Dat is niet alleen e...