WOORD VAN DE WEEK
ANTROPOMORFISME
Een woord van wel zes lettergrepen! Maar wat betekent het? Het stamt uit het Grieks en komt pas sinds 1859 voor het eerst in druk voor. Letterlijk betekent het Griekse ‘anthropomorphos’ ‘van menselijke gedaante, samengesteld uit het woord voor ‘mens’: anthropos, en ‘morphé’: vorm. Het beschrijft het toewijzen van menselijke eigenschappen aan niet-menselijke wezens, voorwerpen, of planten. We kennen het onder meer uit sprookjes, zoals ‘Alice in Wonderland’ of ‘Winnie the Pooh’. Maar ook van strips als Donald Duck, waar allerlei dieren menselijke eigenschappen vertonen. Ook in algemene zin worden er aan bijvoorbeeld dieren menselijke eigenschappen toegedicht. Zo is een paard edel en heeft dus geen kop en poten, maar een hoofd en benen.
Ook andere dieren krijgen eigenschappen toegewezen, zo is een wolf vaak dapper en een vos slim. Als literaire vorm is antropomorfisch denken al heel oud, in verhalen komen dieren al heel lang voor, zoals in de fabels van Aesopus of die van De La Fontaine. Ook in sprookjes komen zij voor, zoals Roodkapje of de Wolf en de zeven geitjes. En het blijft niet bij verhalen. Veel mensen dichten hun huisdieren allerlei eigenschappen toe en sommigen behandelen ze alsof het hun kinderen zijn. De populariteit van veel dierenfilmpjes op YouTube weerspiegelt de wens om dieren menselijk te maken. Een kat die eruit ziet alsof deze voortdurend chagrijnig is, kan daar een goed belegde boterham mee verdienen.
Antropomorfisme komt ook binnen de theologie voor, men is maar al te graag bereid om een god menselijke kenmerken te geven. Bij Griekse goden was dat heel letterlijk, die zagen er ook uit als mensen en gedroegen zich ook vaak zo, al was het maar de jaloezie waaruit zij konden handelen. Maar ook de christelijke god die als een oude man met een baard op een wolk zit is antropomorf. Hij is, al naar gelang de situatie vergevend, wraakzuchtig of straffend. Niet te beroerd om een hele wereldbevolking uit te roeien door middel van een watersnood wanneer het experiment een andere kant opgaat, dan in eerste instantie gewenst. In sommige theologiën mag de god of zelfs zijn profeet dan ook niet afgebeeld worden.
Ook beelden kunnen menselijke eigenschappen bezitten. Zo bestaat er in het oosten van Europa en Centraal Azië de ‘koerganstele’, beelden met menselijke afbeeldingen die vermoedelijk de voorouders voorstellen die van de kopertijd tot de middeleeuwen rond ‘koergans’, een soort grafheuvels, of in twee rijen er naartoe leidend, werden opgesteld. Al in de 13e eeuw werd er door de missionaris Willem van Rubroeck over gerapporteerd. Deze franciscaner reisde in pij en meest blootsvoets naar Karakorum in Mongolië en terug vanaf ongeveer 1250. Zo’n 30 koergansteles staan in Moskou in het Nationaal Historisch Museum, en in Charkov, Odessa en andere plaatsen, al zijn er ook vele al vernield of als bouwmateriaal gebruikt
.
Antropomorfisme moet niet verward worden met pareidolie, waarbij iemand een interpretatie aan iets geeft, waarin deze herkenbare dingen meent waar te nemen. Een afbeelding van Jezus in een aardappel chip of een stuk toast, bijvoorbeeld, of een gezicht in een krater op Mars. Noch met personificatie, waarbij levenloze zaken of abstracte begrippen menselijke eigenschappen meekrijgen, dat hoort tot de metaforen. Bijvoorbeeld: ‘de inflatie wil niet omlaag’, of ‘de bodem smacht naar regen’. We komen dat ook in spreekwoorden tegen: ‘de wens is de vader van de gedachte’. Want ‘papier is geduldig’!
Reacties
Een reactie posten