OUD & WIJS SPREUKEN:
OVER DE SMID
Deze week kwam in het nieuws dat jongeren geen uitdrukkingen en gezegdes meer kennen. Een klacht die al vaker en eerder te lezen was. Al zeker vanaf 2009 wordt geconstateerd dat de kennis van uitdrukkingen en gezegden afneemt. Vooral de uitdrukkingen die uit de Bijbel afkomstig zijn stuiten op onbegrip. Daar zal de toenemende ontkerstening van ons land mede debet aan zijn. Het aandeel van gelovigen die bij een kerk, sjoel of moskee zijn aangesloten is minder dan 50%, gelovigen worden steeds meer een minderheid in ons land. Voor de kennis van uitdrukkingen is dat jammer.
Weten wij straks nog waar het adamskostuum, het Salomonsoordeel en de ongelovige Thomas vandaan komen?
Daarom vandaag een lans gebroken (afkomstig uit het Middeleeuwse steekspel) voor gezegden over de smid. Van oudsher een belangrijk man in elk dorp. Besloeg de paarden van boeren en adel, maakte de gereedschappen: ploeg, eg, schoffels, harken en schoppen. Zorgde voor de bewapening door zwaarden, strijdbijlen en speren te smeden. Zij hadden al in de oudheid hun eigen goden, bij de Grieken Hephaistos en bij de Romeinen Vulcanus. Kon ik als kind nog zien hoe de dorpssmid in de openlucht een paard van hoefijzers voorzag, tegenwoordig zijn er nog een 170 smeden in bedrijf. Daarom: daar gaan we!
‘Men moet het ijzer smeden als het heet is.’ Klinkt logisch, koud ijzer kun je op meppen tot je scheel ziet, maar gaat hooguit stuk en wordt er niet beter van. Dus: grijp de gelegenheid die zich voordoet!
‘Altijd op hetzelfde aambeeld slaan.’ Voor een buitenstaander ziet het er saai uit: steeds maar dezelfde beweging maken op dat aambeeld, voor de smid is elk werkstuk anders. Wie steeds hetzelfde benadrukt, zijn stokpaardje berijdt, wordt als saai en vervelend gezien.
‘Tussen hamer en aambeeld zitten.’ Gezien de kracht waarmee de smid zijn grote hamer laat neerkomen op het hete ijzer geen fijne plek om je te bevinden. Wie tussen twee vuren zit, wordt door de hond en de kat gebeten.
‘Meer ijzers in het vuur hebben.’ Tijdens het smeden koelt het ijzer af en moet weer op temperatuur komen. Terug in het vuur, dus. De smid gaat dan niet staan wachten, maar pakt het volgende werkstuk uit het vuur en gaat daarmee verder. Zo kan hij doorwerken en verschillende klussen tegelijk afmaken. Zo kan hij meer verdienen en worden de afzonderlijke klussen goedkoper.
‘Hij schrijft als een smid.’ Is het tegenwoordig de dokter die een spreekwoordelijk slecht handschrift heeft, vroeger was het vaak de smid. Die werkt met zware gereedschappen en zal dus wanneer hij schrijft meer druk op een pen uitoefenen dan gemiddeld. Ook meent men dat de smid, door het werken aan ruwe werkstukken, een handschrift met hanenpoten zal ontwikkelen.
Elk ambacht heeft zijn eigen fijne kneepjes en trucjes om zorgvuldiger, sneller en beter te kunnen werken. Vroeger leerde je die in de praktijk, beginnend als leerling bij een vakbroeder van je vader, waarna je je via gezel opwerkte naar meester en je zelf leerlingen en gezellen in dienst kon nemen. Al die trucjes en kneepjes hield je zorgvuldig geheim, het was de basis van je vakmanschap en zogezegd ‘het geheim van de smid’!

Reacties
Een reactie posten