WOORD VAN DE WEEK
Kissebissen
Over kissebissen valt heel wat te bakkeleien, schreef dagblad Trouw ooit. Waar komt dit woord eigenlijk vandaan?. Wel weet ik dat het als ‘kidze vidzen’ al in 1697 in het vroeg-Nieuw Nederlands voorkwam. Toen betekende het ‘beuzelen, zich druk maken om niets’. Bijna 100 jaar later was de betekenis veranderd in ‘kleingeestig twisten’, zoals in ‘daar valt hier niet te knorren noch te kissebissen’. Die betekenis heeft het eigenlijk nog steeds.
In het Overijssels kent men het woord ‘kizzebizze’, dat een uitbreiding zou kunnen zijn van ‘bissen’, in de betekenis van heen en weer drentelen, druk doen en niets uitvoeren, en afkomstig zou zijn uit het nieuw-Hoogduits: biesen, het rondhollen van het vee wanneer horzels de dieren schrik aanjagen. Een vorm die ook terugkomt in het woord ‘bison’. Grappig genoeg kent het Zeeuws de uitdrukking ‘kizzevizze’, maar dat betekent dan weer ‘fluisteren’.
Vanwege dat heen en weer lopen van vee is het woord ‘bissen’ ook verwant aan ‘bezig’, dat als oude vorm ‘bisig’ kent en vandaar ook in het Engels bekend is als ‘busy’. Het ontwikkelde zich verder als ‘bezigen’, dat de betekenis ‘gebruiken’ kreeg. Door dat heen en weer lopen kreeg ‘bisen’’ook een betekenis als ‘op een dwaalspoor raken’, dat later vervoegd werd tot ‘bijster’.
In West-Nederland kende men in het Bargoens ‘klissebisse’, voor zeuren. Een ‘klissebis’ was dan weer een ‘kleinigheid’. Vermoedelijk is dat van ‘kissebissen’ overgenomen. Kissebissen komt, al naar gelang de tijd en de streek, in vele vormen voor, tenslotte: van kitsefitsen, tot kitsevitsen, kitsewitsen of zelfs kissebillen. Maar in 1941 dook een nieuwe betekenis op: ‘klessebessen’. ‘Klessebes’ was een typetje uit een NSB-cabaret dat op de radio werd uitgezonden. Het was een roddeltante die wat wij nu nepnieuws zouden noemen verspreidde.
En aan geruchten was er geen gebrek in die oorlogsjaren, zeker toen iedereen zijn radio moest inleveren en afhankelijk was van wat er via de draadomroep aan nieuws rondging en wat de moedigen die stiekem naar Radio Oranje luisterden te melden hadden. Ondanks die ‘foute’ achtergrond bleef ‘klessebessen’ in het taalgebruik aanwezig als de verlengde vorm van ‘klessen’, een vorm die vooral in Noord-Nederland gebruikt wordt, aangezien de ts-klank vaak als ss wordt uitgesproken. Hoe een klein woordje tot een hele familie kan uitgroeien!
Reacties
Een reactie posten