RECEPT VAN WELEER SCHOENLAPPERSTAART

Louis, de Franse chef-kok van mevrouw Belle de Fleurdelis, stond wat mismoedig voor zich uit te staren in de richting van de vrijwel lege moestuin en volledig leeggeplukte kleine boomgaard van appel- en perenbomen. De appels en peren die niet geplukt waren, maar op de grond gevallen en daardoor beurs geraakt, waren blijmoedig door opeenvolgende vluchten vogels van diverse pluimage opgesmikkeld. Hier en daar lag nog een stukje, inmiddels rottend, fruit langzaam op te gaan in de grond waar de boom waar het fruit uit kwam in geworteld stond. Louis werd er zowaar een beetje melancholiek van.
Hij zuchtte nog maar eens, de handen in de zakken van zijn keukenbroek gestoken. Achter hem ging de deur van de keuken geruisloos open. Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle, stapte naar buiten en zei: ‘Daar ben je!’ Louis maakte bijna een sprongetje van de schrik. Als door de spreekwoordelijke slang gebeten draaide hij zich om. ‘Mon Dieu! Ik schrik mij bijna een hoedje, ik had je niet horen aankomen.’
Meestal kon men Sophie al van verre aan horen komen lopen. Buiten vanwege het lawaai dat haar klompen op de straat maakten en binnen omdat ze nog wel eens wilde sloffen. ‘Til je voeten toch op!’ foeterde Belle regelmatig, maar tot op heden had dat niet tot een gewenst resultaat geleid.
‘Ik heb voor het nieuwe jaar nieuwe sloffen gekocht, dat scheelt.’, antwoordde Sophie. Mevrouw is er heel blij mee!’ ‘Dat kan ik mij voorstellen’, zei Louis, ‘dat geslof kan flink op de zenuwen werken. Net als de wensen van mevrouw. Ze is bang dat al het eten vanaf Kerst tot Oud en Nieuw op haar heupen gaat zitten, dus ik moet dingen bedenken die niet op haar heupen gaan zitten.’ ‘Maar mevrouw heeft het überhaupt af en toe flink op de heupen, daar heeft eten niets mee te maken!’, giechelde Sophie.
‘Ik ga maar eens een taart bakken, het is binnenkort weer Driekoningen’, besloot Louis. ‘Is dat geen dikmaker, dan?’, vroeg Sophie. ‘Deze niet, er zit geen suiker in en geen vet, alleen fruit en eieren en beschuit’, riposteerde Louis. Sophie keek sceptisch: ‘Als dat maar lekker is…’
Oordeel zelf, nadat je er eentje gebakken hebt!
- Begin met de appels te schillen en het klokhuis te verwijderen. Kook ze in een pannetje met een beetje water tot moes. Voor de zoetekauwen kan er een beetje honing bij.
- De rozijnen wellen in warm water. Dat gaat sneller.
- Vet een springvorm van 20cm. in met wat boter, bestrooi met wat paneermeel.
- Verkruimel de beschuiten, of maak paneermeel van oud gedroogd brood, panko gebruiken kan ook.
- Splits de eieren en meng de dooiers, verkruimelde beschuiten, kaneel met de appelmoes en de gewelde uitgelekte rozijnen.
- Klop de eiwitten heel stijf met een mespuntje zout en spatel ze door het appel-beschuit-rozijnenmengsel.
- Schep het mengsel in de bakvorm en bak op 180 graden in het midden van de oven in 60-75 minuten gaar. Hij kan flink donker worden van boven en blijft door de rozijnen en appelmoes tamelijk vochtig. Bestrooi met poedersuiker voor het opdienen en smullen maar!
Reacties
Een reactie posten