Het woord ‘verhapstukken’ is al een heel oud woord, zij het dat het een verbastering is. Tegenwoordig kan het een aantal verschillende betekenissen hebben, al naar gelang de situatie en de context waarin het gebruikt wordt. ‘Hij heeft iets met hem te verhapstukken’ betekent dat iemand iets ernstigs te regelen heeft met een ander. ‘Zij kreeg heel wat te verhapstukken’ wil zeggen dat iemand heel wat te verwerken heeft gehad. ‘Dat moeten zij samen maar verhapstukken’, dat moeten zij onderling maar regelen, ofwel bedisselen. ‘Daar heeft hij heel wat aan te verhapstukken’, daar krijgt hij veel mee uit te staan. Met andere woorden: verhapstukken is een zeer multi-interpretabel en ambigu woord. De eerste keer dat het in schrift is aangetroffen was al in 1573 en het is zodoende in het allereerste Nederlandse woordenboek terechtgekomen in 1599, de zogenaamde ‘Kiliaen’. Destijds was het echter nog ‘verhakstukken’, oftewel schoenen van nieuwe hakstukken voorzien, wat wij tegenwoordig ‘v
Met een grote grijns op het gezicht stapte Sophie, de 1 e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, de keuken van de villa van Weleer binnen. Daar was Louis, de Franse chef-kok van mevrouw, alweer bezig met de voorbereidingen voor het diner van die avond. Ook als mevrouw alleen at, stond zij erop laat te dineren en tenminste vier gangen voorgeschoteld te krijgen. Daar draaide de kok zijn hand niet voor om. Wat hem wel verbaasde was dat Sophie met die enorme grijns de keuken binnenkwam. Op zich was dat ook geen nieuws, want zij kwam met grote regelmaat even langs voor een kop koffie, een kletspraatje en iets lekkers uit de oven. Maar die lach, die kwam meestal niet mee. Vooral in dit jaargetij niet, als vanwege het voorjaar de hele villa onder handen genomen moest worden, de vloeren, gangen en trappen geboend, het hout in de boenwas gezet, alle tapijten en traplopers geklopt, het zilver gepoetst en wat dies meer zij. Er was altijd wel iets te doen, dan zei Sophie: ‘Ik zie al