Zoals meestal rond de klok van 3 uur in de middag begon het te rommelen in de maag van Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis. Dan werd het tijd om zich te begeven naar de keuken van de villa van Weleer en een bezoekje te brengen aan de Franse chef-kok die daar de scepter zwaaide, Louis. Meestal was hij dan al bezig met de voorbereidingen voor het avondmaal van mevrouw en eventuele gasten die zij die avond zou gaan ontvangen. Hoe meer gasten, hoe uitgebreider het diner en hoe eerder de kok aan zijn voorbereidingen begon. Voor de grote ontvangsten, die gelukkig niet zo vaak meer voorkwamen, waarbij er zes of meer gangen op het menu stonden, was hij soms al drie dagen tevoren druk bezig alles in kannen en kruiken te krijgen.
Maar op een gewone doordeweekse dag zoals deze zou het wel meevallen, dacht de huishoudster opgewekt. Misschien had Louis nog iets over van gisteren, of had hij al iets lekkers voor vanavond klaar, waar er meestal wel iets vanaf kon voor bij haar kopje koffie of thee. Vol goede moed stapte Sophie de keuken van de villa binnen. Daar trof zij een kok aan met een grote denkrimpel in zijn voorhoofd en de grote tafel in het midden van de keuken bezaaid met diverse opengeslagen kookboeken. Gekscherend merkte de huishoudster op: ‘Wat nu, Louis, ben je aan het studeren? Ik dacht dat je alle recepten al uit je hoofd kende?’ De kok kon het grapje van Sophie niet waarderen. Verstrooid keek hij op van zijn boeken. ‘Hein?’, zo af en toe kwam zijn vaderlandse tongval op onverwachte momenten weer naar boven.
‘Alle recepten uit mijn hoofd kennen? Maar dat kan helemaal niet, chèr Sophie. Daarvoor zijn er veel teveel recepten. Bovendien heb ik die kookboeken niet voor niets, wat ik niet weet moet ik kunnen opzoeken! Ik kan moeilijk alle recepten van alle keukens in de wereld uit mijn hoofd kennen!’ Hij keek haar ietwat gebelgd aan. ‘Rustig maar, Louis, het was maar een grapje!’ Sophie keek naar een kommetje op de tafel waar iets vlokkerigs inzat. ‘Wat is dat? Het lijkt wel of je je roos verzameld hebt? Maar die heb je toch helemaal niet?’ De chef slaakte een diepe zucht, ‘Dat zijn edelgistvlokken. Die zijn rijk aan eiwitten, mineralen, vitamine B1, B2, B3, B6 en foliumzuur, waardoor het goed is voor je metabolisme, haar, nagels en huid. De vlokken zijn 100% plantaardig en dat is nodig want de gast van mevrouw vanavond is veganist, een soort strenge vegetariër, die dus ook geen kaas, eieren of andere dierlijke producten eet. Het is lang geleden dat ik veganistisch heb gekookt, dus ik moet even wat opzoeken. En ik denk dat ik iets lekkers heb gevonden!’ En dat was het ook. Nu jullie!
Snipper de ui en de knoflook. Snij de bloemkool in kleine roosjes en stoom of kook 3 à 4 minuten tot ze enigszins zacht zijn, Giet af en zet apart. Zet een grote koekenpan op middelhoog vuur en verhit de olijfolie. Voeg de ui en knoflook toe en laat zacht worden. Dan de gesneden champignons erbij en 5 à 7 minuten bakken tot zij hun vocht kwijtraken. Strooi er de gedroogde tijm en rozemarijn over en meng goed.
Giet de bouillon erbij en schraap de aanbaksels van de bodem van de pan. Doe er dan de bloemkoolroosjes bij en roer alles goed dooreen, zodat alle smaken worden opgenomen door de bloemkool. Sprenkel de gistvlokken erover voor extra smaak. Voor niet-veganisten kan het ook goede geraspte kaas zijn. Proef of er peper en zout bij moeten en garneer naar believen met verse gesneden peterselie. Serveer als bijgerecht of als maaltijd met enkele sneden geroosterd zuurdesembrood. Eet smakelijk!


Reacties
Een reactie posten