RECEPT VAN WELEER Mosterdsoep
‘Oef! Pffff!’, met veel gezucht en gesteun kwam Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, de keuken van de villa van Weleer binnengestapt. In haar armen een enorme glazen pot, die zij voorzichtig op de tafel in het midden van de keuken neerzette. Vreemd, Louis, de Franse chef-kok van mevrouw was in geen velden of wegen te zien. Voor de zekerheid liep Sophie weer naar buiten om te zien of Louis misschien in de moestuin was om wat verse groenten te oogsten of kruiden voor de maaltijd te snijden. Maar nee, daar was hij niet te vinden. Ook in de kleine boomgaard met fruitbomen was geen kok te zien. Die kans was ook miniem, het meeste fruit was al geplukt of gevallen. Maar je kon nooit weten.
Terug naar binnen dan maar. Nog steeds geen chef te bekennen. Sophie begon een beetje ongerust te worden. Waar kon de man zitten? Ze opende de deur naar de hal en keek daar om zich heen. Niemand. Hoewel het heel ongebruikelijk was dat de kok naar boven kwam, waar de kamers van mevrouw waren, keek ze toch even langs de trap omhoog, maar ook daar niets te zien. De deur was even dicht als zij hem altijd achterliet. Dan maar weer naar de keuken. Tot haar niet geringe verbazing stond daar Louis alsof hij nooit weggeweest was aan het fornuis. ‘Hè? Waar kom jij nou vandaan? Je was weg, niet in de moestuin of de boomgaard, niet in de hal of op de trap, en nu sta je hier!’, Sophie kon haar verbazing niet op. “Quoi?’, vroeg de Fransman, ‘in de kelder, naturellement. Ik was de weckpotten aan het inventariseren.’
Dat verklaarde een hoop, Sophie was opgelucht, natuurlijk, de kelder! Daar had ze even niet aan gedacht. ‘Kijk eens wat ik voor je heb meegebracht! Je bestelde pot mosterd! Was wel een heel gesjouw hoor, zo’n grote pot! Nou ben ik wel benieuwd hoe dat smaakt, zoveel Franse mosterd!’ En met die woorden draaide zij de dop van de enorme glazen pot en stak een vinger in de mosterd en vervolgens in haar mond. ‘Oei! Dat is best scherp! Pfoe, de tranen springen in mijn ogen! Maar wel lekker’, besloot zij haar smaakproef. De chef-kok stond met open mond sprakeloos toe te kijken. ‘Wat is dat?’, kwam er tenslotte uit. Sophie begreep hem niet, ‘De mosterd die je besteld had. Die kreeg ik in het dorp mee van de kruidenier. Had ik het maar geweten, het was behoorlijk sjouwen, zo’n pot met vijf kilo mosterd!’
‘V-v-vijf k-k-kilo?’, van de weeromstuit begon hij te stotteren. ‘Maar dat is veel te veel! Ik had een pot van een halve kilo besteld. En nu je hem hebt opengemaakt en je vinger erin gestoken, kan ik hem niet terugbrengen. Parbleu, wat moet ik met vijf kilo mosterd? Dat wordt veel koken met mosterd: roomsaus met mosterd, kroketten met mosterd, boerenkool met mosterd, stoofvlees met mosterd, vinaigrette met mosterd, mayonaise met mosterd… Maar laten we maar beginnen met een pittig mosterdsoepje!’ En zo gezegd, zo gedaan. En het werd smullen!
Smelt de klont boter in de pan en bak de gesnipperde ui glazig, pers de knoflook erbij, op laag vuur, anders verbrandt de knoflook. Dan de aardappel, geschild in blokjes erbij, even bakken en de bouillon en slagroom toevoegen. Koken tot de aardappel gaar is.
In de koekenpan de spekjes krokant uitbakken. Zet apart.
Bak in het spekvet de boterhammen knapperig. Dan een scheutje bier in de pan en laten verdampen. Daarna wordt het brood weer krokant en snij in blokjes.
Mix de soep glad en schenk in kommen, spekjes en croutons erop en smakelijk eten!
Reacties
Een reactie posten