Doorgaan naar hoofdcontent

FOTO VAN WELEER 92 Jaar IJsselmeer

 FOTO VAN WELEER 90 Jaar IJsselmeer 

Waar nu het IJsselmeer ligt, was niet altijd water. Grote delen ervan waren in de prehistorie zelfs bewoond, rond wat door de Romeinen ‘Lacus Flevo’ werd genoemd, een verzameling aaneengesloten zoetwatermeren, het Flevomeer. Vermoedelijk was het gebied na de 3e eeuw zo drassig geworden en aan het vervenen, dat het bijna onbewoond was, op een aantal dorpen op wat hoger gelegen grond na. Rond de 8e eeuw begon de zeespiegel te stijgen. Hierdoor kon het water vaker en dieper het land binnendringen en ontstond een nieuw watergebied: het Aelmere. Bij een eerste grote overstroming in 838 werden er al een groot aantal plaatsen verwoest, waarna het een kleine 200 jaar rustig bleef. 

 

Door de invloed van verschillende stormvloeden was het Aelmere rond 1100 al een stuk groter geworden, waarna een aantal stormen in de 12e en 13e eeuw grote stukken land wegsloegen. West-Friesland en Friesland werden daardoor van elkaar gescheiden. Een reeks stormvloeden vanaf de Julianavloed in 1164 tot de stormvloed van 1248 maakten het mogelijk dat de zee het Aelmere inliep, nadat de duinenrij bij Callantsoog werd weggeslagen. Bij de stormramp van 1282 werd de verbinding tussen Texel en het vasteland weggeslagen en met de Sint Luciavloed van 1287, die tienduizenden slachtoffers eiste, werd het Marsdiep, een rechtstreekse verbinding tussen Noordzee en de nieuwe binnenzee, geschapen: het ontstaan van de Zuiderzee.


 

De diepte van de Zuiderzee verschilde aanzienlijk, was die bij Friesland 8 tot 9 meter, in het zuidelijke deel was die maar 2 tot 4 meter. Doordat het zeewater zich tussen de Waddeneilanden door moest persen, was de getijdenwerking minimaal, maar een centimeter of twintig. Windstuwing kon echter voor grote verschillen zorgen, waardoor bij zuidwestenwind het IJ bij Amsterdam zelfs kon droogvallen, waarbij het water bij Overijssel flink werd opgestuwd. Om het bouwland en de bebouwing te beschermen, werden er al vroeg dijken aangelegd, zoals de Diemerzeedijk, de West-Friese Omringdijk en de Waterlandse Zeedijk in de 13e eeuw. 


 

 

De visserij was belangrijk in dit gebied tussen zoet en zout water. Doordat de haring steeds meer voorkwam, dankzij verzilting van de Zuiderzee, werd de visserij daar van groter belang dan die op de Noordzee. Steden als Harderwijk, Elburg, Stavoren of Kampen konden deelnemen aan de Oostzeehandel en een bloeiend bestaan leiden, al of niet verbonden in het internationale verbond van de Hanze. Maar overstromingen bleven hun tol aan mensen en materieel eisen. In 1825 werd Schokland overstroomd en vielen daar 13 doden. Dat jaar waren er dijkdoorbraken in Friesland, Zuidwest-Drenthe en Noordwest Overijssel. Waterbouwkundige Hendrik Stevin, zoon van Simon Stevin, stelde een plan voor om het water tussen Noord-Holland, de Waddeneilanden en Groningen, met dijken te dichten en het binnengebied geheel droog te malen ten behoeve van veiligheid en landbouw. Technisch was das destijds nog niet mogelijk. 


In 1875 besloot minister van Binnenlandse Zaken Jan Heemskerk dat drooglegging moest worden gerealiseerd. Een particuliere Zuiderzeevereniging liet ingenieur Cornelis Lely een plan ontwerpen, dat in 1892 werd aangenomen, ondanks protesten van vissers die hun bron van inkomsten zagen verdwijnen. Het definitieve besluit viel na de stormvloed van 1916, die meer dan vijftig levens eiste. In juni 1920 werd begonnen met de dijk van Noord-Holland naar het eiland Wieringen en het duurde van 1927 tot de sluiting van de dijk op 28 mei 1932 voor de Zuiderzee was afgesloten. Op 20 september van dat jaar werd officieel de naam gewijzigd in IJsselmeer, naar de rivier die in het meer uitmondt.






Reacties

Populaire posts van deze blog

Oud en Wijs “DE MENS LIJDT HET MEEST, DOOR HET LIJDEN DAT HIJ VREEST.”

    Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

DE PAUS IN UTRECHT!

DE PAUS IN UTRECHT!   Oh, wat een dag was dat, toen de paus naar Utrecht kwam! Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nee Louis, niet paus Adrianus VI, zo oud ben ik nu.... Terug naar mijn verhaal. De Salon van Weleer was in rep en roer, want zo'n bezoek maak je niet vaak mee. Paus Johannes Paulus II, zou op 12 mei 1985 ons stadje, Utrecht bezoeken. Ja ja Louis, die van dat liedje Popie Jopie. Mevrouw Belle de Fleurdelis was druk bezig met de voorbereidingen en ik hielp natuurlijk waar ik kon. Nee ja Louis, de paus is inderdaad niet in de Salon geweest... dat zeg ik toch ook niet. In ieder geval terug naar het verhaal. De verwachting was dat de straten vol zouden staan met mensen, maar het tegendeel bleek waar. Het was echt een bizarre aanblik, die lege straten. In Den Bosch was het al rustig, maar Utrecht spande de kroon met de protesten. Mensen hingen aan lantaarnpalen en riepen "Pope go home!". Het was een chaos zoals ik die nog nooit had gezien. De beelden va...

Het bijzondere woord: Hartstocht!

  Het afgelopen seizoen bespraken Louis en Sophie wekelijks een woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.      In deze rubriek onderzoeken wij de herkomst van woorden in het Nederlands, oftewel de etymologie. Die zou vrijwel zeker niet bestaan in zijn huidige vorm zonder het werk van Cornelius Kiliaan, Cornelis van Kiel, die zijn Brabants dialect vergeleek met andere gewesten en talen in het 16 e -eeuwse Etymologicum Teutonicae Lingua, waarvan de 3 e editie in 1599 verscheen.         Het woord van deze week is HARTSTOCHT: een zelfstandig naamwoord dat wordt omschreven als ‘passie’. Een samenstelling van ‘hart’’ met ‘tocht’ in de zin van ‘trek’ of ‘begeerte’, zoals in het vroegnieuwnederlandse ‘een onkuise toghte des herten’.     Ontstaan uit het Latijnse passio , naast andere combinaties als ‘herts- treck ’’ dat wij bij genoemde Kiliaan terugvinden in 1599.       We zien het ook in het woord ‘tochtig’. Dat is niet alleen e...