Bijna 50 jaar lang waren zij dagelijks te zien op televisie: omroepers. Alle programma’s werden tot het jaar 2000 op de publieke zenders aangekondigd door een omroepster of omroeper. Alleen de commerciële zenders Veronica TV en Yorin hebben daarna nog gebruik van omroepers gemaakt. Van het begin af aan waren het voornamelijk vrouwen die het omroepen deden en dagelijks de uitzendingen afsloten. Tegenwoordig wordt er een beeld of ‘teaser’ in beeld gebracht, waarbij hooguit op de achtergrond nog een stem te horen is. Hoewel de televisie jarenlang voornamelijk een mannenbolwerk is; het duurt bijvoorbeeld tot halverwege de jaren ’60 voor er een vrouwelijke nieuwslezeres te zien is bij de NTS; Eugènie Herlaar, die na twee jaar alweer ontslag moet nemen omdat zij trouwt, wordt het omroepen voornamelijk door vrouwen gedaan.
De ouderen onder ons zullen hen nog wel kennen, dames als Tanja Koen (NCRV), ‘Tante’ Hannie Lips (KRO), met haar kenmerkende afscheidszwaai met gekruiste handen aan het einde van de kinderprogramma’s op woensdag of zaterdagmiddag, Verti Dixon (VPRO), Ageeth Scherphuis (AVRO) of Karin Kraaykamp (VARA). De VARA was lange tijd ook de enige die een man programma’s liet omroepen: Joop Smits, die ook radioprogramma’s maakt, met onder andere Elles Berger het bekende ‘Klink Klaar’ met het spelletje ‘Geen ja, geen nee’. Ook zong hij als solist bij De Jonge Flierefluiters en werd 8e bij het Nationaal Songfestival in 1960. Veel omroepers en omroepsters hebben er bezigheden naast, als redacteur van programma’s, presentator en dergelijke. Van alleen omroepen kan de schoorsteen niet roken.
De
allereerste persoon die op de Nederlandse televisie te zien was, was Ceesje
Speenhoff, de
dochter van Koos Speenhoff, de dichter-zanger en cabaretier.
Ceesje verscheen in een experimentele uitzending van Philips als eerste mens op
televisie in 1935. Door de NSB-sympathieën van haar en haar man, werden zij
door de kunstwereld al snel genegeerd en door hun deelname aan het
antisemitische radiocabaret van Paulus de Ruiter als ‘Juffrouw Klessebes en
Buurman Keuvel’ mochten zij na de oorlog hun vak niet meer uitoefenen en zaten
respectievelijk 2,5 en 8 jaar vast.
Beter liep het af met de allereerste televisiepresentatrice van ons land: Jeanne Roos. Zij werkte sinds 1934 op het fotoarchief van het Algemeen Handelsblad maar werd in 1941 vanwege haar joodszijn ontslagen. In 1942 dook zij onder op de Veluwe, maar vertrok na anderhalf jaar naar Amsterdam, waar zij aan het verzet deelnam en als koerierster onder meer handgranaten vervoerde en zij vervalste documenten. Nog tijdens de illegaliteit van Het Parool werd zij gevraagd na de oorlog bij de krant te komen werken. Daar werkt zij als fotoredacteur en verslaggeefster en schrijft een kinderfeuilleton over Gijsbert Konijn onder de naam Marian Smeets. Dat konijn ontsnapt aan zijn baasje en ontmoet allerlei dieren, waaronder een worm: Kronkel, de inspiratie voor Simon Carmiggelt voor zijn pseudoniem ‘Kronkel’.
Ook zat zij met Annie M.G. Schmidt in het journalistencabaret ‘De Inktvis’ en trad ook op met Wim Sonneveld. Hoewel het theater lonkte, bleef zij journaliste. Op dinsdag 2 oktober 1951 mocht zij de allereerste officiële tv-uitzending presenteren en was zij de eerste die in beeld kwam. Door de zenuwen was zij haar hele tekst alweer vergeten, maar opende beheerst met: "Goedenavond dames en heren. Vanavond is het een heel bijzondere avond." Op de radio was zij vaak te horen als panellid in spelletjes en zij speelde in enkele films van Theo van Gogh. Jeanne overleed in juni 2001 op 84-jarige leeftijd.
Reacties
Een reactie posten