Doorgaan naar hoofdcontent

OUD EN WIJS lichaamstaal: waarom krijg je het op je heupen? Of de kous op je kop?

 

OUD EN WIJS lichaamstaal: waarom krijg je het op je heupen? Of de kous op je kop?
 
 Er zijn een aantal uitdrukkingen die gebaseerd zijn op onze lichaamsdelen. Altijd leuk en we weten waar het over gaat, we hebben ze allemaal. Dat is te hopen, tenminste. Helaas heeft niet iedereen meer de beschikking over het onverminderde gebruik van alle lichaamsdelen, maar we gaan er vandaag even vanuit dat dat wel het geval is en onderzoeken we de oorsprong van een paar van die uitdrukkingen die één van de onderdelen van ons lijf als onderwerp hebben. Daar gaan we!
 
‘Het op de heupen krijgen’, zeggen we wanneer iemand plotseling actief wordt, rare bewegingen gaat maken of opeens ruzie begint te maken. Het kan dus een positieve inslag hebben, wanneer iemand plotseling activiteiten ontwikkelt die we van diegene niet verwachten, of een negatieve kant hebben wanneer een persoon onverwacht ruzie begint te maken. Waar het vandaan komt is niet helemaal duidelijk. Sommige bronnen verwijzen naar de Bijbel, en dan met name naar Ezechiël 21:17, waarin staat: "Schreeuw het uit, mensenkind, en sla je op je heup, want het zwaard treft mijn volk, het verwondt Israëls vorsten, mijn volk wordt door het zwaard geveld." Iemand zou dus op de heupen gaan slaan. Anderen beweren dat het komt uit de ongecontroleerde bewegingen die iemand met heupjicht, ook wel ischias genoemd, kan maken, omdat het een zeer pijnlijke aandoening is. En vrolijk word je er ook niet van, dus is een goed humeur ver te zoeken en ruzie dichterbij.
 

 
 
 
Wanneer je afgewezen wordt door iemand, of niet krijgt waarvan je dacht dat je daar aanspraak op had, zegt men dat je ‘de kous op de kop’ hebt gekregen. Ook daar zijn voor de oorsprong verschillende verklaringen voor te vinden. Zo zou de kous staan voor de narrenmuts die grappenmakers op hebben. Wie moest onverrichterzake moest afdruipen, stond zodoende voor gek, of zot. Het zou ook een teken van armoede kunnen zijn, dat iemand zo weinig geld heeft, dat hij een kous op het hoofd moest zetten om een warm hoofd te krijgen. Carolus Tuinman vermeldt in zijn spreekwoordenboek uit 1726: “Hy is met de kous op ’t hoofd t’huis gekomen. Dit zegt men van ymand, die van eene vergeefsche reize berooit wederkeert, zo dat hy zich van zyn kous voor een muts moet bedienen (...).”
 


 
 
Vroeger werd gedacht dat kracht was af te meten aan de hoeveelheid haar die iemand bezat. Hoe behaarder iemand was, hoe sterker die persoon zou moeten zijn. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het Bijbelverhaal van Simson, een nazireeër: iemand die zich wijdde aan God en zijn haar niet mocht knippen of scheren en geen alcohol drinken. Simson was reuze sterk, sloeg onder meer 1000 Filistijnen dood met een ezelskinnebak. Hij werd door Delila verraden, waarop zijn haar werd afgeknipt, zijn ogen uitgestoken en hij in een rad moest lopen. Voor een feest werd hij naar de tempel gebracht ter vermaak en kreeg voor eenmaal zijn kracht terug, waarop hij twee pilaren omduwde, waardoor de tempel instortte en hij met enkele duizenden Filistijnen omkwam. Iemand met zoveel haar dat het zelfs op zijn tanden groeit, moet dan wel heel erg sterk en flink zijn!
 
Wanneer het gelukt is om een nieuwe vaardigheid te leren, heb je iets ‘onder de knie’ gekregen. Een spreekwoordenboek uit 1726 vermeldt: "Ymand onder de knie krijgen. Dat wil zeggen, geheel te onderwerpen aan zyn magt en welgevallen. 't Is genomen van de worstelaars, die hunne wederstrevers te gronde gesmeten hebben." De winnaar van een gevecht zette de knie op de borst van de tegenstander om aan te geven dat die overwonnen was. Later werden ook vaardigheden aan de uitdrukking toegevoegd.
 


 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oud en Wijs “DE MENS LIJDT HET MEEST, DOOR HET LIJDEN DAT HIJ VREEST.”

    Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

DE PAUS IN UTRECHT!

DE PAUS IN UTRECHT!   Oh, wat een dag was dat, toen de paus naar Utrecht kwam! Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nee Louis, niet paus Adrianus VI, zo oud ben ik nu.... Terug naar mijn verhaal. De Salon van Weleer was in rep en roer, want zo'n bezoek maak je niet vaak mee. Paus Johannes Paulus II, zou op 12 mei 1985 ons stadje, Utrecht bezoeken. Ja ja Louis, die van dat liedje Popie Jopie. Mevrouw Belle de Fleurdelis was druk bezig met de voorbereidingen en ik hielp natuurlijk waar ik kon. Nee ja Louis, de paus is inderdaad niet in de Salon geweest... dat zeg ik toch ook niet. In ieder geval terug naar het verhaal. De verwachting was dat de straten vol zouden staan met mensen, maar het tegendeel bleek waar. Het was echt een bizarre aanblik, die lege straten. In Den Bosch was het al rustig, maar Utrecht spande de kroon met de protesten. Mensen hingen aan lantaarnpalen en riepen "Pope go home!". Het was een chaos zoals ik die nog nooit had gezien. De beelden va...

Het bijzondere woord: Hartstocht!

  Het afgelopen seizoen bespraken Louis en Sophie wekelijks een woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.      In deze rubriek onderzoeken wij de herkomst van woorden in het Nederlands, oftewel de etymologie. Die zou vrijwel zeker niet bestaan in zijn huidige vorm zonder het werk van Cornelius Kiliaan, Cornelis van Kiel, die zijn Brabants dialect vergeleek met andere gewesten en talen in het 16 e -eeuwse Etymologicum Teutonicae Lingua, waarvan de 3 e editie in 1599 verscheen.         Het woord van deze week is HARTSTOCHT: een zelfstandig naamwoord dat wordt omschreven als ‘passie’. Een samenstelling van ‘hart’’ met ‘tocht’ in de zin van ‘trek’ of ‘begeerte’, zoals in het vroegnieuwnederlandse ‘een onkuise toghte des herten’.     Ontstaan uit het Latijnse passio , naast andere combinaties als ‘herts- treck ’’ dat wij bij genoemde Kiliaan terugvinden in 1599.       We zien het ook in het woord ‘tochtig’. Dat is niet alleen e...