Doorgaan naar hoofdcontent

OUD & WIJS Knikkert u mee?

 

Kinderspelletjes duiken altijd op onverwachte momenten op. Opeens, op een dag, zie je overal kinderen jojoën, touwtjespringen of elastieken. Waarom dat op die dag door kinderen in het hele land gedaan wordt is een raadsel, maar het is heel herkenbaar. Sommige spelletjes die kinderen vroeger deden zijn uitgestorven, zoals bikkelen, tollen of hoepelen, omdat er geen wagenwielen meer met ijzeren banden worden uitgerust, vermoedelijk. Of elastieken, omdat nog maar weinig moeders zelf kleren maken en er dus weinig emplooi is voor lange stukken elastiek die in de naaimand zitten. Stoepranden, het met een bal naar de tegenoverliggende stoeprand gooien, in de hoop dat die naar jou terug stuitert, want dan heb je een punt gescoord, zo niet dan mag degene op de andere stoep een gooi doen, is door gebrek aan stoepranden in onbruik geraakt. Er zijn natuurlijk nog genoeg stoepranden over, maar daar staan vaak auto’s voor en de eigenaren hebben niet graag dat je daar in de buurt met een bal gaat staan gooien.

 

Een ander spel dat op een mooie lentedag opduikt is knikkeren. Tegenwoordig van veelkleurig glas gemaakt, werden zij vroeger van klei, kalk, hout of ook marmer gemaakt, of waren het kogellagers van verschillende grootte. Dan maakte je een kuiltje in het zand of trok je een streep tussen twee stoeptegels die dan als pot fungeerde, later werden er speciale stoeptegels gefabriceerd met een knikkerkuiltje  erin voor gegoten. Er worden nog steeds knikkers verkocht, dus zal er vast nog geknikkerd worden door de jeugd. Maakte je moeder vroeger zelf een knikkerzak voor jou, al was het maar van een washandje met een touwtje er doorheen geregen, ook die zijn tegenwoordig kant en klaar te koop in diverse kleuren.

De populariteit van het knikkerspel wordt geïllustreerd door de diverse uitdrukkingen die er met ‘knikkers’ in onze taal voorkomen. De meest nobele is natuurlijk: ‘het gaat om het spel en niet om de knikkers’. Een variatie op het credo van de Olympische Spelen: ‘meedoen is belangrijker dan winnen’. Dat is natuurlijk niet helemaal waar, wie aan een wedstrijd meedoet, doet dat toch om op de hoogste trede van het erepodium te staan. En zeker bij het knikkeren wil je niet je mooiste knikkers, stuiters of bonken kwijt raken. Die knikkerzak moet gevuld blijven!

 Wanneer je ergens niet welkom of zelfs niet gewenst bent, kun je eruit geknikkerd worden. Je wordt dan letterlijk de deur uitgegooid, liefst met zoveel geweld dat je een paar keer omrolt over de stoep, voordat je tot stilstand komt. Daar zal dan de verbinding met het edele knikkerspel vandaan komen. Maar ook als jou slechts vriendelijk doch dringend verzocht wordt om het etablissement te verlaten, kun je zeggen dat je ‘eruit geknikkerd’ bent. Jammer, maar helaas… En voor sommige mensen geldt dat zij een eenvoudige hint niet verstaan er er dus enige aandrang gepleegd moet worden. Of dat terecht is, of niet, hangt van de persoon, de plaats en de gelegenheid af.

Het is dan zeker dat er ‘iets aan de knikker’ is. Anders werd je er niet uitgeknikkerd. Er is iets aan de hand. Als er dan ook nog gevaar dreigt, zegt men dat er ‘stront aan de knikker’ is. Niet alleen waren tot redelijk recent hondeneigenaren niet verplicht de uitwerpselen van hun huisdier op te ruimen, nog langer geleden lagen de straten ook vol paardenpoep, en nog langer geleden, voor de opkomst van de riolering, kon er ook mensenpoep aan de knikker zijn. Dat er vuiligheid aan je knikkers kwam, was dus niet denkbeeldig. Maar onder vrienden hoefde dat geen probleem te zijn, zeker niet bij oude vrienden die elkaar al zolang kennen, dat zij van elkaar kunnen zeggen: ‘met hem heb ik nog geknikkerd’!


 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oud en Wijs “DE MENS LIJDT HET MEEST, DOOR HET LIJDEN DAT HIJ VREEST.”

    Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

DE PAUS IN UTRECHT!

DE PAUS IN UTRECHT!   Oh, wat een dag was dat, toen de paus naar Utrecht kwam! Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nee Louis, niet paus Adrianus VI, zo oud ben ik nu.... Terug naar mijn verhaal. De Salon van Weleer was in rep en roer, want zo'n bezoek maak je niet vaak mee. Paus Johannes Paulus II, zou op 12 mei 1985 ons stadje, Utrecht bezoeken. Ja ja Louis, die van dat liedje Popie Jopie. Mevrouw Belle de Fleurdelis was druk bezig met de voorbereidingen en ik hielp natuurlijk waar ik kon. Nee ja Louis, de paus is inderdaad niet in de Salon geweest... dat zeg ik toch ook niet. In ieder geval terug naar het verhaal. De verwachting was dat de straten vol zouden staan met mensen, maar het tegendeel bleek waar. Het was echt een bizarre aanblik, die lege straten. In Den Bosch was het al rustig, maar Utrecht spande de kroon met de protesten. Mensen hingen aan lantaarnpalen en riepen "Pope go home!". Het was een chaos zoals ik die nog nooit had gezien. De beelden va...

Het bijzondere woord: Hartstocht!

  Het afgelopen seizoen bespraken Louis en Sophie wekelijks een woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.      In deze rubriek onderzoeken wij de herkomst van woorden in het Nederlands, oftewel de etymologie. Die zou vrijwel zeker niet bestaan in zijn huidige vorm zonder het werk van Cornelius Kiliaan, Cornelis van Kiel, die zijn Brabants dialect vergeleek met andere gewesten en talen in het 16 e -eeuwse Etymologicum Teutonicae Lingua, waarvan de 3 e editie in 1599 verscheen.         Het woord van deze week is HARTSTOCHT: een zelfstandig naamwoord dat wordt omschreven als ‘passie’. Een samenstelling van ‘hart’’ met ‘tocht’ in de zin van ‘trek’ of ‘begeerte’, zoals in het vroegnieuwnederlandse ‘een onkuise toghte des herten’.     Ontstaan uit het Latijnse passio , naast andere combinaties als ‘herts- treck ’’ dat wij bij genoemde Kiliaan terugvinden in 1599.       We zien het ook in het woord ‘tochtig’. Dat is niet alleen e...