Doorgaan naar hoofdcontent

Woord van de week: WRINGEN

 WOORD VAN DE WEEK: 

WRINGEN


 

Wringen betekent ‘draaiend samenpersen’. Daarmee is ‘uitwringen’ eigenlijk dubbelop, het uitgewrongene wordt al draaiend samengeperst, dus is ‘wringen’ een voldoende omschrijving. Het is ook al een heel oud woord en komt al voor 1100 voor in het Oudsaksisch als ‘wringan’ en in dezelfde periode in het Oudhoogduits als ‘ringen’, dat ook na 1200 in het Nederlands geschreven wordt, maar gek genoeg met de betekenis van ‘worstelen’. Misschien dat daarom bij worstelen en boksen nog steeds van een ‘ring’ wordt gesproken, ook al is het strijdtoneel vierkant. ‘Ringen’ heeft dus al heel vroeg een betekenisverandering ondergaan.


In 1290 schreef men ‘Hi wranc sine hande ende trac sijn haer’, oftewel ‘hij wrong zijn handen en trok aan zijn haren (van wanhoop)’. In andere Oudgermaanse talen komen er alleen klankveranderde vormen voor, zoals ‘rengja’, ‘verdraaien’ in het oudnoors, afkomstig van de proto-Germaanse werkwoordsvorm ‘wrangijan’. Het Oudengelse ‘wrencan’ van voor 1100 werd na 1700 ‘wrench’, wat tot op de dag van vandaag het woord voor een Engelse sleutel is. Die wordt tenslotte ook gedraaid. O krijgen woorden door de eeuwen heen een andere spelling en betekenis. Of er een relatie is met latijn, Grieks of zelfs Sanskriet is onzeker, maar niet onmogelijk.


Van ‘wringen’ zijn een paar andere woorden afkomstig. Een afgeleide ervan is bijvoorbeeld ‘wrang’, zuur of spijtig. Omdat bij iets zuurs de mond vertrekt, kan dat de oorsprong van deze vorm van wringen zijn: verdraaid en van daaruit de betekenis van krom of afwijkend gekregen. Ook de haarwrong is van ‘wringen’ afkomstig, in elkaar gedraaid haar tenslotte. Net als wrongel, in een doek gedraaide gestremde melk.


Er zijn ook diverse uitdrukkingen met ‘wringen’: ‘ieder weet het best waar hem de schoen wringt’. Een uitdrukking die we al in de 16e eeuw tegenkomen: ‘een yeghelyck weet best, waar hem zynen schoen dwinght’, maar de oorsprong zou wel eens in het oude Griekenland kunnen liggen. De schrijver en historicus Plutarchus verhaalt van een Romeins edelman die door zijn vrienden berispt wordt omdat hij zich van zijn knappe en rijke vrouw heeft laten scheiden. Deze antwoordt daarop door zijn voet uit te steken en te zeggen: ‘et hic soccus quem videtis, videtur vobis novus et elegans, sed nemo scit praeter me ubi me premat.’ Wat betekent ‘en deze sok die je ziet, lijkt je nieuw en elegant, maar niemand weet behalve ik waar hij me moet drukken.’ Waarmee we tegelijkertijd de oorsprong van het woord ‘sok’ hebben gevonden, al was een ‘soccus’ eigenlijk een kleine Griekse schoen, een soort slof, maar dat terzijde.


De wringer, om het water uit het wasgoed te persen, is met de komst van de centrifuge uit het huishouden verdwenen. Het apparaat, dat pas in 1843 in combinatie met een wastobbe in Amerika werd uitgevonden, bestond uit twee rubberen rollen waar het wasgoed tussendoor werd gedraaid. Een grotere vorm daarvan was de mangel, die alleen nog op industrieel niveau wordt gebruikt. Klein witgoed werd met de mangelplank behandeld: rond een stok gedraaid werd het water er met de plank uitgedrukt. In soldatentaal betekent ‘de heupen uitwringen’ een grote boodschap doen, waar ‘de kloten uitwringen’ urineren betekent. De vrouwelijke versie luidt dan ‘de pruim uitwringen’, een uitdrukking die onder studenten gebezigd wordt.


Dergelijk taalgebruik kan men slechts handenwringend aanhoren… 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oud en Wijs “DE MENS LIJDT HET MEEST, DOOR HET LIJDEN DAT HIJ VREEST.”

    Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

DE PAUS IN UTRECHT!

DE PAUS IN UTRECHT!   Oh, wat een dag was dat, toen de paus naar Utrecht kwam! Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nee Louis, niet paus Adrianus VI, zo oud ben ik nu.... Terug naar mijn verhaal. De Salon van Weleer was in rep en roer, want zo'n bezoek maak je niet vaak mee. Paus Johannes Paulus II, zou op 12 mei 1985 ons stadje, Utrecht bezoeken. Ja ja Louis, die van dat liedje Popie Jopie. Mevrouw Belle de Fleurdelis was druk bezig met de voorbereidingen en ik hielp natuurlijk waar ik kon. Nee ja Louis, de paus is inderdaad niet in de Salon geweest... dat zeg ik toch ook niet. In ieder geval terug naar het verhaal. De verwachting was dat de straten vol zouden staan met mensen, maar het tegendeel bleek waar. Het was echt een bizarre aanblik, die lege straten. In Den Bosch was het al rustig, maar Utrecht spande de kroon met de protesten. Mensen hingen aan lantaarnpalen en riepen "Pope go home!". Het was een chaos zoals ik die nog nooit had gezien. De beelden va...

Het bijzondere woord: Hartstocht!

  Het afgelopen seizoen bespraken Louis en Sophie wekelijks een woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.      In deze rubriek onderzoeken wij de herkomst van woorden in het Nederlands, oftewel de etymologie. Die zou vrijwel zeker niet bestaan in zijn huidige vorm zonder het werk van Cornelius Kiliaan, Cornelis van Kiel, die zijn Brabants dialect vergeleek met andere gewesten en talen in het 16 e -eeuwse Etymologicum Teutonicae Lingua, waarvan de 3 e editie in 1599 verscheen.         Het woord van deze week is HARTSTOCHT: een zelfstandig naamwoord dat wordt omschreven als ‘passie’. Een samenstelling van ‘hart’’ met ‘tocht’ in de zin van ‘trek’ of ‘begeerte’, zoals in het vroegnieuwnederlandse ‘een onkuise toghte des herten’.     Ontstaan uit het Latijnse passio , naast andere combinaties als ‘herts- treck ’’ dat wij bij genoemde Kiliaan terugvinden in 1599.       We zien het ook in het woord ‘tochtig’. Dat is niet alleen e...