RECEPT VAN WELEER
Rode kool met appel
Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, stond op het bordes van de villa van Weleer het koper van de voordeur te poetsen. Dat moest regelmatig gebeuren, anders werd het dof en dat wilde mevrouw niet. Dat zag er zo armoedig uit, vond ze. Sophie kon zich daar wel in vinden, al was het niet prettig om dat bij temperaturen van net boven het vriespunt te moeten doen. Maar ze kon moeilijk nog een maand wachten en het risico lopen dat er nog een late winterperiode inviel en ze hetzelfde moest doen terwijl het vroor dat het kraakte. Maar goed, na verloop van tijd blonken de brievenbus, het naambordje en de trekker van de deurbel weer als vanouds. Snel naar binnen!
Om snel weer warm te worden toog Sophie linea recta naar de keuken. Daar was het altijd warm vanwege het houtgestookte fornuis dat de hele dag gebruikt werd door de Franse chef-kok van mevrouw, Louis. In de zomer was dat wat minder, omdat het dan ook buiten warm was, maar dan liet de kok door een samenspel van open bovenramen en de keukendeur altijd een verkoelend windje door de keuken rondgaan. Nu kwam het van pas, met de kou buiten de deur en een warme kop koffie of chocolademelk met een versgebakken lekkernij. De mevrouw des huizes verlangde altijd voldoende hapjes tussendoor, bij de koffie, de thee, een glaasje sherry of bij een glaasje cognac na de avondmaaltijd. Meestal bleef daar wel wat van over, de kok bakte nu eenmaal nooit maar één gevulde koek of kokosmakroon.
Toen Sophie de keuken binnenstapte zat Louis aan de grote keukentafel met een stapel kookboeken om zich heen en een enigszins wanhopige blik in de ogen. ‘Wat nu, Louis?’, vroeg de huishoudster, ‘heb jij kookboeken nodig? Ik dacht altijd dat je alle recepten uit je hoofd kon maken!’ De kok keek haar meewarig aan. ‘Naturellement, ik kan ook bijna alles uit het hoofd koken. Daar heb ik voor geleerd, jaren in de leer geweest bij de beste koks van Europa. Maar nu zit ik hier, in het buitengebied en moet ik roeien met de riemen die ik heb. Maar ik kan toch niet weer spruiten koken, bakken of stoven. En alle weckpotten heb ik ook al eens gehad. Zoveel variatie heeft de Hollandse keuken nu ook weer niet en dat is alles wat ik hier kan krijgen.’
Sophie kreeg een denkrimpel in het voorhoofd. ‘Wat heb je allemaal al geprobeerd? Spruiten vallen dus af. Eens zien wat we nog meer kunnen doen. Blote billen in het groen?’ ‘Ja, witte bonen met snijbonen, uit de weckpot, al gedaan.’ ‘Hutspot, heb je dat al eens voor mevrouw gemaakt, met een lekker stukje draadjesvlees erbij, of een verse bal gehakt?’ ‘Draadjesvlees viel niet in goede aarde bij mevrouw, dat bleef tussen de tanden zitten.’ ‘Rode kool met appeltjes?’ ‘Wat? Die ken ik niet. Heb je daar een recept van?’ Dat had Sophie en een crisis in de keuken was alsnog afgewend…
Haal de buitenste bladeren van de rode kool en snijd in vieren. Verwijder de harde kern en snij de kwarten in reepjes. Steek de kruidnagels in de laurierblaadjes. Fruit de gesnipperde ui in een klont boter in een grote braadpan en voeg daarna de rode kool, suiker, kaneel, appelazijn, zout, peper, laurier, kruidnagel en het water toe. Breng aan de kook en laat 40 minuten stoven. Af en toe even roeren. Schil de appels en snijd ze in blokjes. Leg ze na 40 minuten op de rode kool en laat nog een minuut of tien stoven. Vergeet niet kruidnagels, laurier en kaneelstok eruit te halen. Serveer met aardappels of puree en hachee of een bal gehakt. Ook lekker door het water door kokosmelk te vervangen. Eet smakelijk!
Reacties
Een reactie posten