Doorgaan naar hoofdcontent

RECEPT VAN WELEER Paashaantje

RECEPT VAN WELEER Paashaantje

Zuchtend kwam Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, de keuken van de villa van Weleer binnen gelopen. Daar was de Franse chef-kok van mevrouw, Louis, al bezig met het avondeten. Sophie keek met een wanhopige blijk naar de twee stokken die zij in haar handen hield. ‘Louis, ik moet hulp hebben! Voor het zoontje van de dokter zou ik een Palmpaasstok maken. Zijn moeder is ziek en in het ziekenhuis opgenomen en zijn vader heeft twee linkerhanden, dus toen mevrouw dat vertelde heb ik aangeboden om de stok te maken, maar nu blijkt dat ik ook twee linkerhanden heb, want ik krijg het niet voor elkaar. Kun jij mij helpen?’


Louis keek naar de stokken in de handen van de huishoudster. ‘Maar je hebt al twee stokken. Is dat niet genoeg voor een Palmpasen stok? Of hoe noem je zoiets?’ Sophie zuchtte nogmaals. ‘Nee, je begrijpt het niet! Ik moet van deze twee stokken een kruis maken en dan versieren met van alles. Maar als ik probeer ze aan elkaar te binden, dan vallen ze steeds uit elkaar. Zondag is het Palmpasen, de laatste zondag voor Pasen. Dan trekken alle kinderen van de lagere school met hun versierde Palmpaasstokken door het dorp en gaan ze naar de kerk. En na de kerkdienst mogen ze de versieringen opeten. Hoe leuk is dat?’ ‘Maar je hebt crêpepapier om de stokken gewonden. Moeten zij dat opeten? Dat lijkt me niet goed voor kindermaagjes. Dat gekleurde papier is niet gezond hoor!’

De huishoudster begon te lachen, ‘Welnee, gekkie, dat is pas het begin. Er komen ook slingers aan te hangen. Allemaal symboliek. Jezus kwam voor Pesach naar Jeruzalem om met zijn discipelen het Laatste Avondmaal te eten. En bij de intocht op een ezel werd er door de mensen met palmtakken gezwaaid, daarom heet het Palmpasen. Maar omdat wij geen palmbomen hebben, nemen we een takje buxus dat gezegend wordt en dan thuis achter het kruisbeeld boven de woonkamerdeur gestoken wordt tot de volgende Aswoensdag.’ ‘Wat ingewikkeld allemaal! En die slingers dan?’ ‘


Het kruis verwijst naar de kruisiging, maar is nu nog verstopt achter papier. Er wordt een slinger geregen van 30 doppinda’s, voor de zilverlingen die Judas kreeg. En citroenen of sinaasappels die verwijzen naar de spons met azijn die Jezus aan het kruis kreeg. Een slinger met 12 rozijnen zijn de apostelen en eieren zijn het nieuwe leven, de Herrijzenis. En als bekroning een broodhaan er bovenop, die staat voor de haan die 3-maal kraaide toen Petrus Jezus verloochende en voor de eerste die hem uit het graf zag komen. Mooi, hè?’ ‘Ik begrijp het nu beter. En dat broodhaantje moet ik zeker ook maken?’ . Nou, als je het zelf aanbiedt: heel graag!’ Sophie kreeg haar zin…

Een broodhaantje kun je zelf bakken. Begin met de rozijnen te wellen in heet water. Los de gist op in 1 dl. Water en laat het even rusten. Doe het meel, zout, boter, honing en de rest van het water in een kom. Voeg de gist toe en meng de ingrediënten tot een soepel deeg, met de mixer met kneedhaken of met de hand. Leg er een schone vochtige theedoek overheen en laat op een warme plek een uur rijzen. Giet de rozijnen af en maak ze droog. Als het deeg gerezen is even doorkneden en verdelen in hoeveel haantjes je wilt maken. Maak er bolletjes van en laat een kwartiertje rusten. Vorm er dan haantjes van en druk er een rozijn in als oogje. Kwast ze in met gesmolten boter en laat afgedekt een uurtje narijzen. Bestrijk ze dan met losgeklopt ei en bak ze in 20 minuten gaar in een op 170 graden voorverwarmde oven. Fijne Palmpasen!








 

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oud en Wijs “DE MENS LIJDT HET MEEST, DOOR HET LIJDEN DAT HIJ VREEST.”

    Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

DE PAUS IN UTRECHT!

DE PAUS IN UTRECHT!   Oh, wat een dag was dat, toen de paus naar Utrecht kwam! Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nee Louis, niet paus Adrianus VI, zo oud ben ik nu.... Terug naar mijn verhaal. De Salon van Weleer was in rep en roer, want zo'n bezoek maak je niet vaak mee. Paus Johannes Paulus II, zou op 12 mei 1985 ons stadje, Utrecht bezoeken. Ja ja Louis, die van dat liedje Popie Jopie. Mevrouw Belle de Fleurdelis was druk bezig met de voorbereidingen en ik hielp natuurlijk waar ik kon. Nee ja Louis, de paus is inderdaad niet in de Salon geweest... dat zeg ik toch ook niet. In ieder geval terug naar het verhaal. De verwachting was dat de straten vol zouden staan met mensen, maar het tegendeel bleek waar. Het was echt een bizarre aanblik, die lege straten. In Den Bosch was het al rustig, maar Utrecht spande de kroon met de protesten. Mensen hingen aan lantaarnpalen en riepen "Pope go home!". Het was een chaos zoals ik die nog nooit had gezien. De beelden va...

Het bijzondere woord: Hartstocht!

  Het afgelopen seizoen bespraken Louis en Sophie wekelijks een woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.      In deze rubriek onderzoeken wij de herkomst van woorden in het Nederlands, oftewel de etymologie. Die zou vrijwel zeker niet bestaan in zijn huidige vorm zonder het werk van Cornelius Kiliaan, Cornelis van Kiel, die zijn Brabants dialect vergeleek met andere gewesten en talen in het 16 e -eeuwse Etymologicum Teutonicae Lingua, waarvan de 3 e editie in 1599 verscheen.         Het woord van deze week is HARTSTOCHT: een zelfstandig naamwoord dat wordt omschreven als ‘passie’. Een samenstelling van ‘hart’’ met ‘tocht’ in de zin van ‘trek’ of ‘begeerte’, zoals in het vroegnieuwnederlandse ‘een onkuise toghte des herten’.     Ontstaan uit het Latijnse passio , naast andere combinaties als ‘herts- treck ’’ dat wij bij genoemde Kiliaan terugvinden in 1599.       We zien het ook in het woord ‘tochtig’. Dat is niet alleen e...