FOTO VAN WELEER
Internationale Dag voor Monumenten: werfkelders
18 April is, voluit, de Internationale Dag voor Monumenten en Archeologische Vindplaatsen. En daar zit Utrecht natuurlijk vol mee. Neem alleen al de resten van de Romeinse legerplaats die zich onder het huidige Domplein bevinden. Als grens van wat ooit het Romeinse Rijk was, had Utrecht een belangrijke rol, omdat het een doorwaadbare plaats in de rivier was, vandaar de naam: castellum Traiectum. Maar er is meer! De Utrechtse werfkelders zijn uniek in de wereld en daarom behoren zij ook tot het erkende erfgoed en zijn voorgedragen voor het UNESCO Werelderfgoed.
Utrecht ontwikkelde zich vanaf het jaar 1000 steeds meer tot een bloeiende handelsplaats. Dat betekent vervoer van handelswaar. Destijds ging dat voornamelijk over het water, omdat in een boot meer spullen passen dan in een paard en wagen en een boot geen haver eet. Dus werden er grachten gegraven, allereerst de Oudegracht, de naam zegt het al. De aarde die werd afgegraven werd op de kant gegooid en vormde een soort dijklichaam, zodat de huizen hoger kwamen te liggen. Dat was handig, want er was nog eb en vloed in de stad, zeker na de Allerheiligenvloed van 1170, waarbij het Almere in de Zuiderzee veranderde.
Door de afdamming van de Rijn bij Wijk bij Duurstede in opdracht van bisschop Godebald in 1122 en de plaatsing van sluizen, waardoor het waterpeil in de Utrechtse grachten laag bleef en goed beheerst kon worden. Wat lastig bleef, was dat alle goederen tegen de walkant van de Oudegracht omhoog gesleept moesten worden, de weg overgebracht en de kelders van de huizen weer naar beneden gebracht. Slimme handelaren bouwden daarom tunneltjes onder de weg door naar de werf, zodat die direct de kelders ingebracht konden worden.
Om meer opslagruimte te kunnen maken, werden die tunneltjes verbreed en verhoogd en zo ontstonden de werfkelders zoals we die nu kennen. Tussen 1300 en 1500 ontstond zo een aaneengesloten rij van kelders aan de Oudegracht, die een haven van twee kilometer lang vormde met op beide kanten werfkelders. Ook aan de Nieuwegracht, die meer voor bevoorrading en afwatering bedoeld was dan voor handel, werden kelders gebouwd, al was er daar niet overal plek voor kades, zodat kelders soms direct op de gracht uitkomen.
Omdat alle kelders persoonlijk bezit waren, zagen ze er vaak anders uit. Ook werden de kades gebruikt om nog een extra stukje kelder aan te bouwen, werden er deuren geplaatst of hekken, al naar gelang de behoeften. Sinds 1948 zijn de werven gemeente-eigendom en worden ze door iedereen toegankelijk gemaakt door het plaatsen van trappen en het verwijderen van erfafscheidingen, nieuwe bestrating en aanleggen van stenen kademuren. In samenwerking met de eigenaren zijn er de afgelopen 25 jaar ruim 700 kelders hersteld en waterdicht gemaakt. Inmiddels zijn veel kelders in gebruik als horeca, atelier, woonruimte en cultuurplaats.
Reacties
Een reactie posten