In het jaar 2021 bespraken Louis en Sophie wekelijks een bijzonder woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.
De matras is een alledaags gebruiksvoorwerp waar je vele uren mee doorbrengt. Maar waar komt het woord ‘matras’ eigenlijk vandaan? Al in de jaren 1380 schreef men ‘maeltraets, daermede dat alle de banke ... verdect waren, ‘zitkussens, waarmee alle banken bedekt waren’. In de 15e eeuw werd dat geschreven als ‘een matrasse oft stroosack onder dbedde’, Kiliaan omschrijft het in 1599 in het vroeg nieuw Nederlands als mattras, materassa, met de betekenis van ‘zitkussen, aanligbed, wollen bed; slaapmat’.
Ontleend aan Oudfrans martras ‘zitkussen, beddenzak’ zo schreef men in 1377; en eerder al materas ‘tapijt waarop men slaapt’ zo is in 1306 te lezen, dat zelf ontleend is aan Italiaans materasso ‘zitkussen, beddenzak’ dat al voor 1306 werd gebruikt en/of aan middeleeuws Latijn materacius, materacium; op hun beurt zijn de Italiaanse en middeleeuws-Latijnse woorden ontleend aan Arabisch al maṭraḥ ‘het zitkussen’, letterlijk ‘het neergeworpen ding’, dat behoort bij het werkwoord ṭaraḥa ‘werpen, neerwerpen’. De Arabieren gebruikten het voorwerp niet om op te slapen, maar om op te zitten en aan te liggen.
En dan hebben we het nog niet eens over de gewoonte om meisjes die zich promiscue gedragen ‘matras’ te noemen. Dezelfde promiscuïteit die bij jongens prijzenswaardig is. Hoewel het ook in het homojargon voor een promiscue homo wordt gebruikt.
Het woord heeft dan weer geen verband met ‘Maitresse’ dat letterlijk meesteres betekent en wel gebruikt werd voor de vrouw van de schoolmeester.
De betekenis van ‘bijzit’ ontstaat pas in de 17e eeuw en verdringt in de 19e eeuw de oorspronkelijke betekenis.
Reacties
Een reactie posten