SPOTPRENT VAN WELEER Toerisme en natuurbescherming
Zomertijd is vakantietijd; we gaan er weer op uit. Reizen is van alle tijden, al in het Babylon van 2200 voor Christus was er een museum dat bezoekers van heinde en verre trok. Ook in het oude Egypte bezochten mensen de piramides, die toen nog helemaal nieuw waren, of de schitterende steden langs de Nijl. Ook een stad als Athene trok al in de oudheid bezoekers die het Parthenon te bewonderen. En met de karavanen langs de Zijderoute trokken reizigers mee naar verre oorden.
Dat was niet zonder risico, reizen kon zeer gevaarlijk zijn door scheepsrampen en schipbreuk, op de slecht onderhouden wegen was het ongemakkelijk reizen en dreigde gevaar in de vorm van struikrovers. En ook onderdak vinden en voldoende eten kon een probleem zijn. In herbergen lag ongedierte op de loer en niet alle herbergiers waren even betrouwbaar. Bovendien was reizen duur, dus niet voor iedereen weggelegd. Voor de eenvoudige landsman was het niet ongebruikelijk het hele leven niet verder dan het dichtstbijzijnde dorp te komen.
De vroege reiziger sliep in een klooster of bij mensen thuis. Het eerste logement in Amsterdam opende pas in 1580 in de Kalverstraat. Voor wie te laat in de stad aankwam en de porten gesloten vond, was er een logement naast het galgenveld, wat niet fris geroken zal hebben. In de vorige eeuw kwam er meer tijd voor vakantie vrij door invoering van vrije dagen en de 40-urige werkweek. Men reisde met een club, ging kamperen of fietsen, dan wel wandelen. Dat legde een nieuwe, grotere druk op de natuur waar men in recreëerde.
De nog jonge ANWB kreeg al vroeg klachten van eigenaren van landgoederen en bossen over bezoekers die een ANWB-fiets- of wandeltocht maakten en blikjes, flessen, dozen en ander afval achterlieten. In 1916 werd daarom al een campagne gestart die in 1928 leidde tot de iconische poster met het rijmpje ‘Laat niet als dank voor het aangenaam verpoozen, Den eigenaar van ’t bosch de schillen en de dozen!’ Gedurende tientallen jaren werden deze posters door het land verspreid, waarbij fabrikanten van levensmiddelen grif geld betaalden om hun producten op de afbeelding te krijgen.
Het afvalprobleem is niet de enige bedreiging voor onze natuur. Terreinen die, soms al generaties lang, gebruikt werden als kampeergelegenheid voor (sta)caravans en huisjes, worden steeds vaker opgekocht door investeerders die er dan luxe vakantiehuisjes voor de beter gesitueerden. En soms worden natuurgebieden opgekocht en ‘ontwikkeld’; tot golfterrein of opnieuw een vakantiepark. Het is duidelijk dat wanneer wij zuinig willen zijn op de spaarzame natuur die wij in ons land hebben, ook daar aandacht voor moeten hebben. Zeker nu er berichten opduiken over witwaspraktijken door drugsmaffia op vakantieparken. Dat ontwikkelen voor de toeristenindustrie waarschuwde men al vroeg voor in deze Amerikaanse cartoons.
Toch zijn het nog steeds min of meer de rijken die reizen. Dat wil zeggen: de inwoners van rijke landen. Uit gebieden met zware armoede of waar oorlog dreigt, vertrekt men slechts om het vege lijf te redden. En heel soms, zoals in Noord-Korea, is het gewoon verboden om naar een ander land te reizen.
Reacties
Een reactie posten