Doorgaan naar hoofdcontent

WOORD VAN DE WEEK Silhouet


Hoewel er nu overal om ons heen papier te vinden is, hebben we niet altijd papier gehad. Het is zelfs eigenlijk pas laat tot onze contreien doorgedrongen. Voor die tijd werd er op perkament geschreven, gemaakt uit dierenhuiden en genoemd naar de stad Pergamon in het huidige Turkije. Uit nood geboren, omdat men tot die tijd op papyrusvellen schreef, tot Ptolemaeus V de export van papyrus afsneed om de Pergamenen dwars te zitten en Alexandrië de grootste bibliotheek ter wereld te laten hebben. Perkament was dikker dan papyrus, dus konden er geen rollen van gemaakt worden en naaide men de vellen aan elkaar: het boek was uitgevonden. 

 

In China was in het jaar 105 de eunuch Cai Lun, de secretaris van keizer He, erin geslaagd met materialen als boombast, hennep, zijde en visnet, om een soort papier te maken, dat direct in heel China werd toegepast. Het leverde Cai Lun een titel en veel geld op. In 751 werden er enkele papiermakers door Arabieren gevangen genomen na de Slag van Talas. Deze vond plaats tussen het kalifaat van de Abassiden en de Tang-dynastie en duurde 5 maanden. Op die manier verspreidde de techniek om papier te maken zich naar het Westen en werd het in de 12e en 13e eeuw ook in Europa geïntroduceerd.  
 

Er werd niet alleen geschreven op papier, het leende zich ook uitstekend voor een nieuwe volkskunst: het knipsel. Dat konden eenvoudige werkjes zijn, maar ook zeer ingewikkelde voorstellingen en het ontwikkelde zich tot een waar ambacht. De om haar kennis en inzichten geroemde Anna Maria van Schurman, de ‘Minerva van Utrecht’ en de eerste vrouw die aan de universiteit mocht studeren, zij het verborgen achter een gordijn, bekwaamde zich erin. Knipster Johanna Koerten werd door keizer Leopold van Oostenrijk 4000 gulden betaald voor een fijn knipselwerk. Zelfs Rembrandt ontving ‘slechts’ 1600 gulden voor zijn Nachtwacht. In modernere tijden werd ook de schilder Matisse bekend met zijn knipselwerken. 

 

Frankrijk was onder koning Lodewijk XV maar weer eens een oorlog begonnen, ditmaal de Zevenjarige Oorlog, (1756-1763), een ingewikkelde zaak waarin allianties, wisselende bondgenootschappen en overzeese koloniën een rol speelden. Dat kostte natuurlijk een lieve duit en daarom waren fikse bezuinigingen noodzakelijk. Daarvoor werd op voorspraak van Madame de Pompadour een speciale controleur-generaal benoemd, een zekere Étienne de Silhouette. Die nam zijn functie voortvarend ter hand en ontzag ook het personeel aan het hof van Lodewijk niet, er werd flink in de salarissen gesneden. Ook de adel moest eraan geloven en zou belastingplichtig worden. Dat stuitte op veel verzet en De Silhouettes tijd als minister van Financiën duurde slechts zes maanden. 

 

De Silhouette trok zich terug op zijn kasteel in Bry-sur-Marne en liet zien dat hij ook thuis wist te bezuinigen. In plaats van dure schilderijen of tapijten als wandversiering aan de muur te hangen, knipte hij eigenhandig levensgrote schaduwportretten uit zwart papier en hing die op. Tijdens zijn ministerschap had hij zich al in het knippen van portretjes bekwaamd en werd hier zo goed in dat hij er naam mee maakte. Er werd zelfs een tentoonstelling gehouden van zijn nieuwe profielportretten in 1795 in Parijs. De stijl waaide al spoedig over naar onder meer Nederland en Duitsland. Het ‘portrait à la Silhouette’ werd een goedkope en populaire variant van het geschilderde portret en hierdoor leeft zijn naam nog altijd voort als eponiem, een woord dat uit een persoonsnaam voortkomt. Eén van zijn voorgangers was Jean-Baptiste Colbert, wiens naam het ook tot eponiem schopte. 

 


 

 

 


Reacties

Populaire posts van deze blog

Oud en Wijs “DE MENS LIJDT HET MEEST, DOOR HET LIJDEN DAT HIJ VREEST.”

    Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

DE PAUS IN UTRECHT!

DE PAUS IN UTRECHT!   Oh, wat een dag was dat, toen de paus naar Utrecht kwam! Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nee Louis, niet paus Adrianus VI, zo oud ben ik nu.... Terug naar mijn verhaal. De Salon van Weleer was in rep en roer, want zo'n bezoek maak je niet vaak mee. Paus Johannes Paulus II, zou op 12 mei 1985 ons stadje, Utrecht bezoeken. Ja ja Louis, die van dat liedje Popie Jopie. Mevrouw Belle de Fleurdelis was druk bezig met de voorbereidingen en ik hielp natuurlijk waar ik kon. Nee ja Louis, de paus is inderdaad niet in de Salon geweest... dat zeg ik toch ook niet. In ieder geval terug naar het verhaal. De verwachting was dat de straten vol zouden staan met mensen, maar het tegendeel bleek waar. Het was echt een bizarre aanblik, die lege straten. In Den Bosch was het al rustig, maar Utrecht spande de kroon met de protesten. Mensen hingen aan lantaarnpalen en riepen "Pope go home!". Het was een chaos zoals ik die nog nooit had gezien. De beelden va...

Het bijzondere woord: Hartstocht!

  Het afgelopen seizoen bespraken Louis en Sophie wekelijks een woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.      In deze rubriek onderzoeken wij de herkomst van woorden in het Nederlands, oftewel de etymologie. Die zou vrijwel zeker niet bestaan in zijn huidige vorm zonder het werk van Cornelius Kiliaan, Cornelis van Kiel, die zijn Brabants dialect vergeleek met andere gewesten en talen in het 16 e -eeuwse Etymologicum Teutonicae Lingua, waarvan de 3 e editie in 1599 verscheen.         Het woord van deze week is HARTSTOCHT: een zelfstandig naamwoord dat wordt omschreven als ‘passie’. Een samenstelling van ‘hart’’ met ‘tocht’ in de zin van ‘trek’ of ‘begeerte’, zoals in het vroegnieuwnederlandse ‘een onkuise toghte des herten’.     Ontstaan uit het Latijnse passio , naast andere combinaties als ‘herts- treck ’’ dat wij bij genoemde Kiliaan terugvinden in 1599.       We zien het ook in het woord ‘tochtig’. Dat is niet alleen e...