Voor wie het nog heeft meegemaakt was 1957 een belangrijk jaar. Zowel nationaal als internationaal. In ons land werd de grondslag gelegd voor de bijnaam ‘Vadertje Drees’ voor Willem Drees, destijds minister-president. Op wereldniveau werd een begin gemaakt met de wedloop in de ruimte, die heden ten dage nog steeds niet is afgelopen. Of eigenlijk is die weer nieuw leven ingeblazen nu er ook particuliers partijen zich mengen in de race naar bijvoorbeeld Mars en naar de maan door diverse landen die tot voor kort nog als ontwikkelings- landen werden gezien.
Onder leiding van Willem Drees werden er in ons land een aantal belangrijke beslissingen genomen. Tien jaar lang was hij minister-president, van 1948 tot 1958. In die tijd werd de wederopbouw voortvarend ter hand genomen en werden er overal in het land herstelwerkzaamheden uitgevoerd na de vernielingen die de oorlog had aangericht. Naast het herstellen van de infrastructuur; bruggen, wegen en spoorlijnen, en restaureren van belangrijke gebouwen werden er talloze nieuwe wijken aangelegd, volgens de laatste inzichten. Ruimte, groen, winkels en recreatie stonden hoog in het vaandel. Uiteraard was er lange tijd een gebrek aan bouwmaterialen, waardoor niet alle naoorlogse woningen even geslaagd zijn qua bijvoorbeeld gehorigheid, iets waar tegenwoordig hoge eisen aan gesteld worden.
Als minister van Sociale Zaken voerde Drees de Noodwet Ouderdomsvoorziening in, die zorgde in Nederland van 1947 tot 1957 voor de verstrekking van een uitkering aan mannen en alleenstaande vrouwen van 65 jaar en ouder zonder voldoende eigen inkomsten, waardoor kinderen niet langer verplicht waren voor hun ouders te zorgen. Het werd de noodwet-Drees genoemd en een overbrugging tot er een definitieve regeling werd ingevoerd. Niet voor alle Nederlanders, want getrouwde vrouwen kwamen niet in aanmerking, evenals diegenen die niet de voorgaande zes jaar in Nederland gewoond hadden, net als ‘landlopers en andere onmaatschappelijke lieden’. Bij drankmisbruik kon de regeling ook worden ingetrokken. Pas in 1957 werd voor iedereen de AOW ingevoerd, weliswaar door minister Suurhoff, maar in de volksmond bleef een AOW’er ‘trekken van Drees’.
Een
andere belangrijke gebeurtenis in 1957 was de lancering door de Sovjet-Unie van
de allereerste satelliet in een baan om de aarde: de Spoetnik, dat ‘satelliet’
betekent. De satelliet deed weinig meer dan een signaal uitzenden, een
regelmatige stroom piepjes die door iedereen in de wereld gehoord konden
worden. In het Westen veroorzaakte dit een grote schok, de Amerikanen meenden
ver voor te liggen op de Sovjet-Unie en konden niet geloven dat een satelliet
van bijna 90 kilo gelanceerd kon worden. Al snel daarna verloor Amerika de
volgende slag, toen de Sovjets als eersten Yoeri Gagarin enkele banen om de
aarde lieten draaien.
Voor de Verenigde Staten was het duidelijk dat de Sovjets over een veel
sterkere raket beschikten dan zij, wat leidde tot de ‘Spoetnikcrisis’. Het
betekende dat Amerika binnen het bereik van intercontinentale raketten uit de
Sovjet-Unie lag, die met kernkoppen geladen konden worden. De Koude Oorlog ging
een nieuwe periode in. Aanvankelijk was toenmalig president Eisenhower niet
onder de indruk van ‘een spelletje basketbal in de ruimte’, maar werd door de
publieke opinie snel op andere gedachten gebracht. De race naar de ruimte kon
beginnen!
Reacties
Een reactie posten