Met een bedrukt gezicht kwam Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, de keuken van Louis, de chef-kok van de voornoemde mevrouw, binnen. In haar handen had zij enkele sneden brood. ‘Moet je nou toch eens zien, Louis, dit brood is nog geen week oud en er staat al schimmel op! Zo kan ik het toch niet opeten? Wat moet ik doen om dat te voorkomen?’ De chef keek verbaasd naar de sneden brood in de handen van de huishoudster. Inderdaad zaten er hier en daar groene vlekjes op de boterhammen, met een witte cirkel eromheen. Het geheel zag er niet erg smakelijk uit. Hij kon zich goed voorstellen dat de huishoudster dit niet meer wilde eten.
‘Maar Sophie, die kleine stukjes groen met wit kun je er toch eenvoudig uitsnijden? Of knijpen met je nagels, dan houd je nog genoeg boterham over om op te eten?’ Helaas zag Sophie de twinkeling in de ogen van de kok niet, toen hij dit tegen haar zei. Natuurlijk wist hij wel beter dan haar aan te raden al beschimmeld brood te eten. Schimmels hebben nu eenmaal sporen, en het was niet denkbeeldig dat die sporen al in de niet-geïnfecteerde delen van de boterhammen zaten. Bovendien was het geen prettig idee. Sophie was dan ook duidelijk in haar reactie: ‘Ben je helemaal betoeterd? Ik ga geen beschimmeld brood eten! Er is veel dat ik voor mevrouw over heb, maar er zijn grenzen!’ ‘Rustig maar, het was maar een grapje. Natuurlijk hoef je dat niet meer te eten. Maar waarom eet je brood van een week oud?’
Sophie voelde zich een beetje betrapt. ‘Tja, dat is goedkoper. Bij de bakker haal ik een brood van gisteren, dat kost maar de helft, en dat laat ik dan snijden, want als ik brood snij, worden het vaak van die hompen en gesneden brood heeft allemaal gelijke sneetjes. Ik heb wel een broodtrommel, dus het droogt niet zo snel uit, maar aan het einde is het toch vaak beschimmeld en dat vind ik zonde.’ ‘Mijn moeder zei altijd: boter op je kont smeren en droog brood eten, dat is zonde. En wat eet je dan op je brood?’ ‘Nou, gewoon’, was het laconieke antwoord, ‘Kaas. Of kaas. Soms worst. O, en de jam die je gemaakt had van de vruchten uit de tuin. Daar ben ik heel zuinig op. Mee. Heel zuinig mee. Of zeg ik het nu verkeerd?’ Daar moest Louis om lachen. ‘Dat vraag je mij, een van oorsprong Fransman?’
‘Waarom kwam je niet eerder bij mij? Ik bak elke dag broodjes voor mevrouw, dan blijft er genoeg over, of ik bak een paar extra voor jou. Dan hoef je nooit meer oud brood te eten en dat is nog het allergoedkoopste ook! En dan geef ik je ook een heerlijk, goedkoop en makkelijk te maken beleg voor op je boterhammen erbij: Caramelco! Dat heb ik leren maken van een collega uit Brabant, zijn neef werkte bij de coöperatieve stoomzuivelfabriek Sint Bernardus in Bergeijk. Daar was een keer een blikje gecondenseerde melk in de autoclaaf, de sterilisator, blijven steken en dat bleek een heerlijk broodbeleg te zijn geworden.’ Dat klonk Sophie als muziek in de oren; elke dag vers brood, compleet met beleg!
Maak zelf Caramelco, dat sinds 40 jaar uit de handel is. Neem een blikje gecondenseerde melk, plaats dat in een pan water en laat het twee uur koken. Zorg dat het blikje voortdurend onder water staat. Na een uur even omdraaien. Laat het afkoelen en open het: daar is je broodbeleg! Ook lekker op de bodem van de appeltaart gesmeerd of als vulling voor koekjes. Of gewoon een lepeltje puur… Smullen!
Reacties
Een reactie posten