Sophie,
de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, stond ietwat
mistroostig naar buiten te kijken door het raam in de keukendeur. Het werk in
huis was gedaan, alles was schoon en blonk, vooral de koperen deurbel, en
mevrouw was een paar dagen uit logeren bij wat zij ‘vrinden’ noemde. Er was dus
even niets voor haar te doen, dus zocht zij het gezelschap van Louis, de Franse
chef van mevrouw. Al had hij ook weinig te doen, nu hij niet voor ontbijt,
lunch, diner, tussendoortjes en avondhapjes voor mevrouw hoefde te zorgen.
Sophie zuchtte maar weer eens, terwijl Louis achter haar in de weer was om ingrediënten voor het avondmaal van het personeel klaar te zetten. ‘Wat is de probleem?’, vroeg de Fransman, met zijn grappige accent. ‘Ik vind het maar niks’, antwoordde Sophie, ‘het is allemaal zo grijs buiten. Het wordt tijd voor de lente en fris groen. Uitlopende bomen, bloesems, narcissen, blauwe druifjes, sneeuwklokjes, voor mijn part. Jonge sla! Dat wil ik zien, niet deze kale troosteloze grijze miezerende narigheid.’
‘Alors, je hebt te weinig te doen, je kunt je energie niet kwijt als madame je niet steeds achter de broek aanzit en dan ga je met de ziel onder de armen lopen. Dat is niet gezond. Weet je wat, ik ga een quiche maken voor vanavond en daar moet de deeg voor gemaakt worden. Meestal doe ik dat zelf, maar deze keer mag jij het doen, dan kun je daar lekker mee aan de gang! Ik maak altijd de deeg elf, al heeft de kruidenier in het dorp nu ook kant en klare deeg in de diepvries liggen in kleine plakjes, maar zelfgemaakte is toch altijd lekkerder, vind ik.’ ‘Maar hoe moet dat dan?’, Sophie klonk wat wanhopig. ‘Let goed op, ik vertel het maar éne keer!’
‘Hier is de meel, de boter, ei, un peut zout en wat ijskoude water. Doe meel en zout in de kom en meng door elkaar, dan de boter erbij, die je in kleine blokjes snijdt met twee messen, lekker hakken! Dan alles door elkaar wrijven tot het een korrelige massa is, dan kan ei en water erbij en goed door elkaar mengen tto je een samenhangende bal kunt maken. Is het te droog dan een klein beetje water erbij. Niet te lang kneden! Dan in een vochtige doek in de ijskast in de kelder voor een half uurtje te rusten leggen. Klaar! Na de rust uitrollen op een met meel bestrooid werkblad. Kind kan de was doen! Dan gaan wij de quiche maken! Ook lekker snijden en hakken!’ Zo gezegd, zo gedaan. Samen gemaakt smaakte de quiche nog beter!
Voor de quiche nemen wij een spring vorm van 22 of 24 centimeter en bekleden de bodem met bakpapier. De zijkant goed invetten met boter. Prei en champignons fijnsnijden en beide apart bakken en laten slinken. Overtollig vocht afgieten.
Bekleed de springvorm van binnen met deeg. Ontdooide plakjes diepvriesdeeg goed aan elkaar aandrukken en prik gaatjes in de bodem om vocht af te voeren. Bestrooi de bodem met paneermeel of fijngewreven beschuit of oud brood. Eieren loskloppen met de crème fraîche en de kruiden naar smaak, bijvoorbeeld, kerrie, peper en zout. Meng hier de prei, champignons en driekwart van de kaas door, giet dit in de springvorm. Strooi de rest van de kaas er overheen.
Zet 40 minuten in de oven op 200 graden tot hij gaar is. Smullen maar! Wat over is kan morgen opgewarmd in de oven. Ook lekker!
Reacties
Een reactie posten