Doorgaan naar hoofdcontent

Oud & Wijs Je lacht je dood!

 

OUD EN WIJS Je lacht je dood.

 

Als iets heel grappig is, of als iets heel grappig lijkt kan het gebeuren dat je in de lach schiet. En soms moet je zo hard lachen dat je buiten adem raakt of zelfs steken in je zij krijgt van het gebrek aan adem. Of je verliest de macht over je sluitspier en je doet het in je broek van het lachen. Lachen kan op die manier besmettelijk zijn, omdat het zo aanstekelijk is. Achteraf zeg je dan soms ‘ik heb me doodgelachen!’, wat niet helemaal waar is, want anders zou je dat niet kunnen zeggen. Maar er zijn gedocumenteerde gevallen dat mensen zich echt letterlijk en figuurlijk hebben doodgelachen. Laten we er een paar van wat dichterbij bekijken!

 

 

 

 

Rond 425 voor Christus was er in Athene, Griekenland, een beroemde schilder gevestigd: Zeuxis. Hij behoorde tot de kringen van Socrates, de beroemde filosoof en leraar van onder meer Plato. De schilderwerken van Zeuxis leverden hem een fortuin op en beroemdheid, onder meer vanwege een portret van Helena, het toenmalige ideaalbeeld van vrouwelijk schoon. Koning Archelaüs van Macedonië liet hem zijn paleis verfraaien met schilderingen. Hij schilderde zo realistisch, dat het verhaal gaat dat er vogels afkwamen op een tros druiven die door hem waren geschilderd. Blijkbaar kon hij niet alleen heel mooie dingen schilderen, maar ook lelijke. Van een schilderij dat hij gemaakt had van een oude vrouw, moest hij zó lachen, dat hij erin bleef. Hij had zich doodgelachen.

 

We blijven nog even in Griekenland, daar leefde de filosoof Chrysippos, van ongeveer 280 voor Christus tot 207 v.Chr. Chrysippos was van de stoïcijnse school en wordt algemeen gezien als de tweede grondlegger ervan, na Zeno. Die gaf les in een beschilderde zuilengang, in het Grieks een ‘stoa poikilè’, waar de filosofische stroming zijn naam aan ontleent. Chrysippos schijnt een veelschrijver geweest te zijn, die meer dan 700 werken heeft geschreven. Helaas is er geen enkele die de tand des tijds heeft doorstaan en kennen we zijn werken alleen uit flarden die in het werk van anderen terecht zijn gekomen, zoals Cicero. Hij kwam aan zijn einde toen hij zijn ezel wijn had laten drinken en zag hoe het dier een vijg probeerde te eten. Dat scheen om je dood te lachen te zijn.

 

Bayinnaung was koning van Taungoo, Birma, ofwel Myanmar. Hij veroverde de Shan Staten en Siam, het huidige Thailand, en maakte van Myanmar het machtigste koninkrijk van zuidoost Azië. Na zijn overlijden werd het geërfd door zijn zoon Nanda Bayin. Die kreeg het al gauw aan de stok met een oom, de onderkoning van Ava, die na drie jaar oorlog verslagen werd. Vervolgens werd er drie jaar gevochten met de vazal van zijn vader in Siam, waarop een andere groep van door zijn vader overwonnen volken in het zuiden de wapens opnamen en zich met de Siamezen verenigden. In 1599 kwamen zijn broers, onderkoningen van Taungoo, Prome en Ava, in opstand en sloot de koning van Arakan zich bij hen aan. Nanda Bayin werd gevangen genomen en het rijk van zijn vader viel uit elkaar. Volgens overlevering lachte Nanda Bayin zich dood toen hem werd verteld dat er in Venetië geen koning was. 

Misschien had hij liever daar gewoond. Volgens andere bronnen werd hij vergiftigd. Maar dat was misschien meer figuurlijk…

 

In 1975 overleed de Engelse metselaar Alex Mitchell nadat hij 25 minuten non-stop gelachen had om een aflevering van ‘The Goodies’. Zijn vrouw bedankte hen omdat zij de laatste minuten van haar man zo fijn hadden gemaakt. De Deen Ole Bentzen overleed in 1989 aan een hartaanval van het lachen tijdens het kijken naar ‘A Fish Called Wanda’. Het kan dus iedereen overkomen, ook nu nog!


Reacties

Populaire posts van deze blog

RECEPT VAN WELEER Vechtvlees   De deur van de keuken van Louis, de chef-kok van mevrouw Belle de Fleurdelis, in de villa van Weleer ging met een ruk open. ‘Oeps!’, klonk het, ‘daar had ik hem bijna uit de handen laten glippen. Maar dan moet de wind vroeger opstaan dan vandaag!’ Met die woorden stapte Sophie, de 1 e huishoudster van mevrouw de keuken binnen. ‘Doe maar snel weer dicht, het waait nog hard genoeg en ik heb geen behoefte aan dode bladeren in het eten voor het diner van vanavond.’ De kok keek verstoord op van de keukentafel waaraan hij aan het werk was. ‘Jaja’, mompelde de huishoudster als antwoord, ‘ik ben al bezig, wees blij dat ik de deur niet liet schieten, dan hadden er makkelijk een paar ruitjes uit kunnen gaan, was je ook niet blij mee geweest.’ ‘Dat had er nog bij moeten komen’, gromde Louis. ‘Met het verkeerde been uit bed gestapt?’, Sophie probeerde er een grapje van te maken, ‘en wat ben je al vroeg aan het avondeten bezig. Is het een ingewikkeld gerecht?’ De
  OUD & WIJS Herkenningszinnen                                       Vandaag meende ik een nieuw Nederlands woord te hebben bedacht: ‘herkenningszin’. Het moest een vertaling zijn van het woord ‘ catchphrase ’, een woordje of zin, door een persoon in muziek, toneel, theater, film of televisie gebruikt als… nou ja, herkenningszin. De Googlevertaling van catchphrase bleek ‘slogan’ te zijn. Dat is om te beginnen niet echt Nederlands en dekt de lading niet, naar mijn mening. Een slogan is ook wat mensen roepen bij een demonstratie, zoals ‘M.E.! Weg ermee!’ of ‘Stop fossiele brandstof, NU!’. Dat zijn slogans. ‘ Hamsteréééén !’ is een beetje van allebei. Maar wie schetst mijn verbazing: herkenningszin was al bedacht! Al heeft het Van Dale nog niet gehaald, h et staat in allerlei wetenschappelijke verhandelingen en heeft ook met IT te maken. De eerste teleurstelling van de dag was binnen.     Maar herkenningszinnen kennen we allemaal. Het fenomeen is al heel oud, Erasmus was de eerste d

RECEPT VAN WELEER Borstplaat

  RECEPT VAN WELEER Borstplaat   Het was de avond van de 5 e december in de villa van Weleer, het landgoed van Belle de Fleurdelis. In de keuken was de Franse chef kok van mevrouw, Louis Malin, bezig met het schoonmaken en opruimen van alles wat er die dag was vuilgemaakt bij het bereiden van de maaltijden en tussendoortjes voor Belle en het personeel van de villa. Op een doordeweekse dag als deze was dat te overzien; ’s ochtends een flinke hoeveelheid eieren met spek bakken en op het versgebakken boerenbrood serveren voor de stallenjongens, de tuinman en natuurlijk de huishoudsters. Dan een exquise ontbijtje met een zachtgekookt eitje voor mevrouw, en de dag kon van start gaan. Een heel ander verhaal dan wanneer er een 4-, 5-, of zelfs 6-gangendinerdiner voor de bevriende notabelen gekookt moest worden. Dan was de kok vaak al twee dagen van tevoren aan de slag. Maar, zoals gezegd, dit was een gewone doordeweekse dag en de bezigheden waren te overzien en bijna gedaan voor de dag