Voor veel mensen geldt tegenwoordig dat zij de hele dag zitten te koekeloeren naar hun beeldscherm, of het nu een PC, laptop of telefoon is. Voorheen deed men dat meestal gewoon uit het raam. In steden, om alle kanten van de weg in de gaten te kunnen houden, zag men her en der aan de kozijnen een spiegeltje geschroefd: een zogenaamd ‘spionnetje’, zodat niets aan de aandacht van de koekeloerder of koekeloerster kon ontsnappen. Van zo iemand die alles van iedereen wist zei men destijds wel dat diegene achterstevoren door de straat liep, om maar niets te missen. Erasmus schreef er al in 1634 over in zijn Colloquia Familiara: “Ghy schijnt my een slecken leven te leijden... Om dat ghy staegh binnens huys sit en koekeloert”. Maar waar komt dat rare woord eigenlijk vandaan? In de Etymologium Teutonicae Linguae, het eerste etymologische woordenboek van de Nederlandse taal van de Nederlandse taalgeleerde Kiliaan uit 1599 komen we het tegen als ‘kokeloeren’ of ‘kokerolien’, dat ‘een leven ...
Artikelen en recepten uit de tijd van weleer