Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, had haar dag niet. Waarschijnlijk was zij met het verkeerde been uit bed gestapt, maar zij kon zich niet herinneren met een ander been dan gewoonlijk uit bed te zijn gestapt. Ze was ook aan dezelfde kant als anders uit bed gekomen, dus het moest het gewone, goede been zijn geweest. Toch zat er al vanalles tegen deze dag. Het water was op in de lampetkan, dus zich op de kamer opfrissen zat er niet in. Bovendien had zij haar stukje zeep al laten vallen en dat was onder haar bed gegleden, waar het de enige stofvlok die er te vinden was ook had gevonden. Vervolgens trok zij haar onderhemdje achterstevoren aan, waar zij pas achter kwam toen zij haar dienstbodenjurk dichtknoopte. Dus kon zij weer opnieuw beginnen.
Bij het serveren van het ontbijt aan mevrouw struikelde zij over een lopertje in de salon, waarbij zij gelukkig niet het hele ontbijt van het dienblad liet schuiven, maar de theekop wel een voetbad bezorgde. Mevrouw keek haar misprijzend aan toen zij zag wat er gebeurd was, maar stond er gelukkig op dat Sophie geen nieuwe kop thee ging halen in de keuken, bij Louis, de Franse chef-kok van de villa van Weleer. Dat was dan een gelukje bij een ongelukje. Op de terugweg naar de keuken van Louis, voor haar eigen ontbijt, zag Sophie dat zij niet over een lopertje was gestruikeld, maar over een loszittende zoom van haar jurk. Ook dat nog! Die moest zij zo snel mogelijk vastnaaien, omdat ze anders nog vaker over haar jurk ging struikelen.
Bij het nuttigen van haar ontbijtje, met versgebakken brood met echte boerenkaas en een lekker zachtgekookt eitje, moest zij oppassen geen eigeel op zichzelf te knoeien. Dat lukte wonderwel, maar van de weeromstuit morste ze koffie op haar jurk. Dus kon ze weer terug naar boven, naar haar dienstbodenkamer op de vierde verdieping om haar reservejurk aan te trekken. Kon ze in elk geval niet meer over de losse zoom struikelen. Dat betekende niet dat de pech voor die dag daarmee opgeraakt was. De hal moest gedweild worden en dat deed zij het liefste zelf, in plaats van dat over te laten aan Hermien, de 3e huishoudster, die steevast een aantal plekjes vergat of gewoon oversloeg.
Ook hier sloeg het pechduiveltje toe, toen Sophie de emmer met sop met een krachtige beweging van de mop omver stootte. Het sop liep niet alleen ober de vloer van de hal, maar liep ook enkele treden van de keldertrap af, wat weer extra werk betekende voor de 1e huishoudster. Terwijl het huilen haar nader stond dan het lachen zocht zij troost in de keuken en deed haar beklag over alles wat er verkeerd was gegaan die dag. Louis had voor haar een oplossing: een lekkere kom warme koesterende zomersoep, met verse groene groenten, die hij net aan het bereiden was voor het avondeten van mevrouw.
Een gelukje voor Sophie, die aldus alvast kon genieten van dit heerlijke soepje!
Was de groenten, schil de aardappels en snij alles in grove stukken. Doe wat (olijf)olie in een grote pan met dikke bodem en doe hier de fijngesneden gember, de aardappels en groenten in laat een paar minuten stoven. Dan de bouillon erbij en een kwartiertje zachtjes laten koken. Als alles een beetje gaar is, met de staafmixer pureren. Dan de kookroom erbij en peper en zout naar smaak. Serveer in kommen met zelfgebakken zuurdesemcroutons. Daarvan een paar sneden in grove stukken snijden, mengen met olijfolie, knoflook- en/of uienpoeder, oregano. In de oven op de bakplaat in een minuut of 10 op 200 graden knapperig bakken. Eet smakelijk!
Reacties
Een reactie posten