
De Duitse inval op 10 mei 1940 kwam onverwacht. Niet alleen voor de Nederlanders, maar ook voor de politici en de legerleiding. Men hoopte en verwachtte neutraal te kunnen blijven, net zoals in de Eerste Wereldoorlog. Dat was geen onverdeeld genoegen geweest. Niet alleen omdat anderhalf miljoen Belgen naar ons land vluchtten en onderdak en eten moesten krijgen. Er werd ook flink gehandeld met het toenmalige Duitse Keizerrijk, waardoor er in ons land allerlei tekorten ontstonden. De handel in aardappels ging veelal naar Duitsland, waardoor men hier geen eten meer had. Ook werden Nederlandse koopvaardijschepen door Duitse onderzeeërs getorpedeerd, wat tekorten aan brandstof veroorzaakte.
Om het beschikbare voedsel eerlijker te verdelen werd er een distributiesysteem opgezet en wettelijke maximumprijzen ingevoerd. Ook werden er goedkopere voedingsmiddelen gefabriceerd met mindere kwaliteit ingrediënten, die onder meer onder de noemer ‘eenheidsworst’ werden verkocht. Die naam is blijven hangen. Dat het Nederlandse leger in 1945 onvoorbereid was, bleek ook uit een deel van de bewapening, die nog uit de Eerste Wereldoorlog stamde. Ondanks hevig en soms heroïsch verzet, was er niets opgewassen tegen het voor die tijd modern uitgeruste leger. Het concept van de ‘Blitzkrieg’ was niet nieuw, want al in 1905 door de Duitse generaal von Schlieffen bedacht. Maar destijds was de techniek nog niet ver genoeg.
Het Nederlandse leger weerde zich kranig, zoals bekend van de gevechten om de Maasbruggen in Rotterdam, de Grebbeberg en op de Afsluitdijk. Ondanks dat en aantal vliegvelden al was gebombardeerd, wist de luchtmacht in vijf dagen enkele honderden Duitse vliegtuigen neer te halen. Die werden bij de Battle of Britain Node gemist. Op aanraden van generaal Winkelman, de opperbevelhebber van het leger, vertrok koningin Wilhelmina met prinses Juliana en de kleinkinderen Beatrix en Irene naar Londen. Of dat gepland was, is nog steeds onduidelijk. Feit is dat er in Hoek van Holland ‘toevallig’ een Engels marinevaartuig klaar lag. Dit werd door de bezetter en de NSB als ‘vlucht’ gezien, maar ook de koningshuizen van bijvoorbeeld Polen, Noorwegen. Griekenland, Joegoslavië deden hetzelfde. Alleen Christiaan X van Denemarken bleef en werd een toonbeeld van verzet.
Juliana vertrok met haar kinderen naar Canada, waar ook Margriet werd geboren. Bernhard verbleef veelal in Londen om zijn schoonmoeder bij te staan. Ondanks zijn gebrek aan militaire ervaring werd hij tot bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten benoemd. In Londen leidde Wilhelmina de regering in ballingschap en richtte zij zich via Radio Oranje vanaf eind juli 1940 tot het Nederlandse volk. Hoewel de naoorlogse generatie de indruk kan hebben dat dit dagelijks het geval was, gebeurde het tijdens de bezettingsjaren 34 keer, onder de noemer ‘De stem van strijdend Nederland’.
Op 13 maart 1945 keerde Wilhelmina als eerste terug naar Nederland in Eede in Zeeuws-Vlaanderen, waar zij symbolisch een met meel getrokken grensstreep overstak. Pas op 2 augustus arriveerde Juliana met de prinsesjes op vliegveld Teuge bij Apeldoorn in respectievelijk een Lockheed en een Dakota. Vier koninklijke personen in één vliegtuig werd als te riskant beoordeeld. Twee dagen later werd de familie herenigd op paleis Soestdijk en werd dit groots gevierd, nu 80 jaar geleden…
Reacties
Een reactie posten