‘Een tevreden roker is geen onruststoker’, een slogan van de tabaksindustrie uit de jaren ’30, veelal aangetroffen op bordjes op pijpenrekjes. De slogan moest uitdrukken dat iemand die een pijpje of sigaar opstak vergenoegd kon genieten van zijn rokertje (vrouwen rookten hooguit een ‘cigaret’, wat al als ietwat ordinair werd gezien) en niemand lastig zou vallen. In de jaren ’60 kreeg de slogan een andere invulling, nadat hij werd gebruikt door Provo en anti-rookmagiër Robert-Jasper Grootveld als opening van zijn happenings rond het Lieverdje op het Amsterdamse Spui. Verkleed en beschilderd als een sjamaan riep Grootveld het publiek toe: `'s Zondags rook ik mijn pijpje, dat begrijp je' en `Een tevreden roker is geen onruststoker', waarop het toegestroomde publiek antwoordde met ‘Uche, uche, uche’. Het roken zelf veranderde ook van betekenis en ging het gebruik van wiet en hasj betekenen. En een ‘stonede’ gebruiker viel inderdaad weinig mensen lastig tijdens de roes.Oorspronk...
Artikelen en recepten uit de tijd van weleer