Doorgaan naar hoofdcontent

 

‘Sakkerjannetjes nog an toe!’, sprak Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, de eigenaresse en hoofdbewoonster van de villa van Weleer. Zij wreef zich daarbij flink in de handen, niet van plezier of van genoegen. Nee, nu het weer was omgeslagen en er veel vocht in de lucht zat, terwijl de temperatuur met bijna 20 graden gedaald was, moest zij ’s ochtends een beetje op gang komen. De handen wilden niet meteen net zo wakker worden als zijzelf was. Omdat het kouder was geworden en vochtiger waren de handen ook kouder bij het opstaan en moesten flink opgewreven worden om de pijnlijke gewrichten soepel te laten lopen. Maar na een paar minuten handen wrijven lukte het weer en kon zij weer aan de slag met alle taken die de dag met zich meebracht.

 

Na even lekker gepoedeld te hebben met het water uit de lampetkan en de waskom, het vuile water met een ferme worp uit het zolderraam gegooid, de huishoudstersjurk aangetrokken, het haar gefatsoeneerd en de tocht naar beneden aangevangen. Als altijd was de eerste gang naar de keuken, waar de Franse chef van mevrouw, Louis, de scepter zwaaide. Om een lekkere bak koffie met veel warme melk en een fikse boterham met kaas of een dikke plak roggebrood met spek, te nuttigen op de vaste stoel van Louis naast het houtgestookte antieke fornuis. Als dat erin zat, kon de dag beginnen en kon Sophie er weer helemaal tegenaan. Vanzelfsprekend werden dan ook de laatste nieuwtjes uitgewisseld en verbaasden zij zich wederzijds over waar de mens toch allemaal toe in staat was.

 



Sophie klaagde dat het nu toch wel echt herfst was geworden. ‘Nou, de zomer is weer voorbij. We weten wat ons te wachten staat. Kou en nattigheid, bah. Waarom kan het niet meteen na de zomer weer lente worden? Dat vind ik altijd zo’n fijn jaargetijde, de lente! Alles loopt uit en dan die lammetjes in de wei, heerlijk.’ ‘Ah, oui, naturellement’, sprak Louis, ‘maar om uit te kunnen lopen, moet het eerst vallen. En daar is de herfst voor. En, verbeter me als ik het mis heb, maar voor zover ik weet, ben jij ook een groot liefhebber van de winter en sneeuw en ijs. Schaatsen door de polder en het gooien van ballen van sneeuw.’ Dat kon Sophie niet ontkennen en ze moest ook toegeven dat het vallen van de bladeren weliswaar weemoedig stemde, maar een ferme herfstwandeling door een verkleurend veelkleurig bos had ook zo zijn charmes. En waar je Sophie helemaal een plezier mee kon doen, was een ouderwetse Hollandse stamppot. Die wilde Louis wel voor haar maken. Lekker!

 

Een echte ouderwetse stamppot rode kool, zoals je grootmoeder die maakte, maak je natuurlijk zelf en helemaal ‘from scratch’. Haal de lelijke buitenste bladeren van de kool en snijd hem doormidden. Haal de harde kern eruit en snij de kool in snippers. Zet op in een grote pan met een bodempje water en kook een kwartiertje voor. Voeg dan de geschilde en in ongeveer gelijke stukken gesneden aardappelen en eventueel de rijst toe en zorg dat dit voor tweederde onder water staat. Breng weer aan de kook en laat een half uurtje zachtjes koken. Als alles gaar is, stamp je het fijn. Rasp boven de pan de gewassen zure appelen, met schil en al. Het klokhuis heb je er al uit gestoken. Roer de appel door de stamppot en voeg het vet en eventueel wat melk toe. Maak op smaak met zout en peper. Liever geen appel? Dan kan een scheutje azijn ook. Neem wel een lekkere, maar geen balsamico, dat overheerst al snel. Ouderwets lekker met een gebakken bokking of rolpens. Rol wat? Zoek maar op en eet smakelijk!

  

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oud en Wijs “DE MENS LIJDT HET MEEST, DOOR HET LIJDEN DAT HIJ VREEST.”

    Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

DE PAUS IN UTRECHT!

DE PAUS IN UTRECHT!   Oh, wat een dag was dat, toen de paus naar Utrecht kwam! Ik herinner het me nog als de dag van gisteren. Nee Louis, niet paus Adrianus VI, zo oud ben ik nu.... Terug naar mijn verhaal. De Salon van Weleer was in rep en roer, want zo'n bezoek maak je niet vaak mee. Paus Johannes Paulus II, zou op 12 mei 1985 ons stadje, Utrecht bezoeken. Ja ja Louis, die van dat liedje Popie Jopie. Mevrouw Belle de Fleurdelis was druk bezig met de voorbereidingen en ik hielp natuurlijk waar ik kon. Nee ja Louis, de paus is inderdaad niet in de Salon geweest... dat zeg ik toch ook niet. In ieder geval terug naar het verhaal. De verwachting was dat de straten vol zouden staan met mensen, maar het tegendeel bleek waar. Het was echt een bizarre aanblik, die lege straten. In Den Bosch was het al rustig, maar Utrecht spande de kroon met de protesten. Mensen hingen aan lantaarnpalen en riepen "Pope go home!". Het was een chaos zoals ik die nog nooit had gezien. De beelden va...

Het bijzondere woord: Hartstocht!

  Het afgelopen seizoen bespraken Louis en Sophie wekelijks een woord van weleer in hun uitzendingen. Je kunt ze hier nog eens nalezen.      In deze rubriek onderzoeken wij de herkomst van woorden in het Nederlands, oftewel de etymologie. Die zou vrijwel zeker niet bestaan in zijn huidige vorm zonder het werk van Cornelius Kiliaan, Cornelis van Kiel, die zijn Brabants dialect vergeleek met andere gewesten en talen in het 16 e -eeuwse Etymologicum Teutonicae Lingua, waarvan de 3 e editie in 1599 verscheen.         Het woord van deze week is HARTSTOCHT: een zelfstandig naamwoord dat wordt omschreven als ‘passie’. Een samenstelling van ‘hart’’ met ‘tocht’ in de zin van ‘trek’ of ‘begeerte’, zoals in het vroegnieuwnederlandse ‘een onkuise toghte des herten’.     Ontstaan uit het Latijnse passio , naast andere combinaties als ‘herts- treck ’’ dat wij bij genoemde Kiliaan terugvinden in 1599.       We zien het ook in het woord ‘tochtig’. Dat is niet alleen e...