Op 9 september 1967 werd de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep wel heel vrijzinnig; in de tweede uitzending van het programma ‘Hoepla’ werd een krant lezende dame getoond. Op het moment dat zij de krant liet zakken, bleek de lezeres geheel naakt in de rieten stoel te zitten! Voor het eerst in de geschiedenis van de Nederlandse televisie was er een naakte vrouw in beeld te zien. Het ging om de 21-jarige kunstenares Phil Bloom, die ook in de eerste aflevering al te zien was geweest. Toen waren echter enkele lichaamsdelen met vrolijke kunststof bloemen bedekt gebleven.
Het naakt, dat slechts enkele seconden in beeld was gebracht, leverde een hoop commotie op. Er werden Kamervragen over gesteld. Een SGP-lid vond dat de uitzending verboden had moeten worden. Volgens de SGP moest de regering harder optreden, omdat het anders in ons land op ‘totale ontreddering’ uitliep. Ook de Boerenpartij was die mening toegedaan en sprak van ‘schennis van de eerbaarheid’. De toenmalige minister-president, Piet de Jong, vond de uitzending getuigen van slechte smaak, maar wilde het niet verbieden. Hij had wel bezwaren tegen het tijdstip van uitzending, vlak na het ‘kinderuurtje’.
Dat er een vrouw naakt op tv te zien was geweest, was ook in het buitenland groot nieuws. De Amerikaanse zender CBS liet een fragment zien, dat echter wel gekuist was. Wat dat betreft is men daar, en in zekere zin ook hier, in bijna 60 jaar niet veel verder gekomen. Op het Amerikaanse Facebook is het nog steeds niet mogelijk een tepel te laten zien, tenzij het een mannenborst betreft. Toch waren er ook complimenten, zo schreef Simon Carmiggelt in ‘Het Parool’ dat hij het een “gróóts moment” had gevonden: “Nog nooit in de geschiedenis van de televisie zijn de kijkers zo subtiel getart.” 
Het programma werd onder meer geproduceerd door Hans Verhagen, Wim T. Schippers en Wim van der Linden. Verhagen ‘was dichter en werkte na ‘Hoepla’ ook aan het programma ‘Het gat van Nederland’. Vanaf de jaren 80 wierp hij zich ook op de schilderkunst. Hij kreeg onder andere de P.C. Hooftprijs en de Herman Gorterprijs. Hij overleed in 2020. Wim T. Schippers is naast programmamaker ook (stem)acteur, schrijver en presentator. Na Hoepla verlegde hij grenzen met de ‘Fred Haché Show’, waarin de dichter St,John de eerste man werd die met zijn blote plasser op tv kwam. Schippers werd bekend met zijn conceptuele kunst, zoals het leeggieten van een flesje limonade in de Noordzee in 1963 en zijn Pindakaasvloer die in 2010 werd aangekocht door Museum Boijmans van Beuningen. Wim van der Linden was fotograaf en maakte o.a. de omslagfoto van ‘Ik, Jan Cremer’. Na zijn VPRO-tijd maakte hij shows in Duitsland en tv-documentaires en regisseerde tv-popprogramma’s als ‘TopPop’ en de ‘Top50’. Hij overleed in 2001.
Phil Bloom studeerde aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten en de Vrije Academie in Den Haag en van 1967 tot 1974 aan de Rietveldacademie in Amsterdam. Medio jaren zestig werd Bloom opgenomen in 'Fluxus', een artistieke beweging en zij werkte aan aftitelingen bij films. Rond haar 30e vertrok ze voor vijf jaar naar New York en later woonde zij enkele jaren in India. In 1967 had zij zich al eerder naakt laten fotograferen bij het Lieverdje op het Spui in Amsterdam. Na 1968 kreeg zij er genoeg van dat men zich voortdurend op haar naaktheid focuste. Ze vond het jammer dat de 4e aflevering van Hoepla er nooit kwam, omdat ‘een mooie gelegenheid om me nu ook eens gekleed aan het televisiepubliek te tonen” door haar neus werd geboord.’
Wekelijks deelt Louis de chef kok van Belle de Fleurdelis in de uitzending van ‘Breien met Louis en Sophie’ een spreuk met de kijkers. Deze spreuk is alom bekend. Maar waar komt die uitspraak eigenlijk vandaan? Louis is op onderzoek uit gegaan en is de bibliotheek gaan raadplegen en heeft alle encyclopédies doorgespit; de Grote Larousse, de Winkler Prince, de Encyclopedia Brittanica en zo kwam hij erachter dat er geen eenduidig antwoord op is te geven. In de loop der jaren hebben vele mensen zich afgevraagd wie deze regels heeft gedicht. De meest genoemde namen zijn: Petrus Augustus de Genestet, Jac. Revius, Nicolaas Beets, Guido Gezelle of Christiaan Huygens. De gedachte achter het versje is al vaak verwoord, bijvoorbeeld door Montaigne (1533-1592): “Qui craint de souffrir, il souffre déjà de ce qu’il craint” (‘Wie het lijden vreest, lijdt al door wat hij vreest’). Nico Scheepmaker vond de overeenkomst met een Engels versje van (mogelijk) Thomas Chatterton die leefde van ...

Reacties
Een reactie posten