Doorgaan naar hoofdcontent

RECEPT VAN WELEER Knapkook

 



Met een grote grijns op het gezicht stapte Sophie, de 1e huishoudster van mevrouw Belle de Fleurdelis, de keuken van de villa van Weleer binnen. Daar was Louis, de Franse chef-kok van mevrouw, alweer bezig met de voorbereidingen voor het diner van die avond. Ook als mevrouw alleen at, stond zij erop laat te dineren en tenminste vier gangen voorgeschoteld te krijgen. Daar draaide de kok zijn hand niet voor om. Wat hem wel verbaasde was dat Sophie met die enorme grijns de keuken binnenkwam. Op zich was dat ook geen nieuws, want zij kwam met grote regelmaat even langs voor een kop koffie, een kletspraatje en iets lekkers uit de oven. Maar die lach, die kwam meestal niet mee.

Vooral in dit jaargetij niet, als vanwege het voorjaar de hele villa onder handen genomen moest worden, de vloeren, gangen en trappen geboend, het hout in de boenwas gezet, alle tapijten en traplopers geklopt, het zilver gepoetst en wat dies meer zij. Er was altijd wel iets te doen, dan zei Sophie: ‘Ik zie altijd werk’. Maar vandaag was anders, vandaag scheen haar goede humeur niet stuk te krijgen te zijn. Louis werd wat achterdochtig. Had hij zijn jas scheef dichtgeknoopt vanmorgen? Zat er een rare vlek ergens? Had hij een etensrest ergens op zijn gezicht zitten? Snel controleerde hij alles even in de weerspiegeling van de ruiten in de kelderdeur. Niets bijzonders te zien. Sophie stond nog steeds met die malle grijns op haar gezicht naar hem te kijken.

 

Uiteindelijk kon hij zich niet meer inhouden en stelde de vraag, die als een olifant midden in de keuken stond: ‘Wat sta je te lachen? Heb ik iets verkeerd gedaan?’ Sophie was snel met haar antwoord, ‘Welnee! Het gaat helemaal niet over jou. Het gaat over mevrouw. Moest jij niet steeds zachter eten voor haar klaarmaken?’ ‘Inderdaad. Ik mocht alleen nog maar stamppotten van stuk gekookte groenten voor haar bereiden, met een worstje erbij. Of iets anders zachts, spinazie met een zachtgekookt eitje, of pap en dergelijke.’ ‘En weet jij waarom dat was?’, Sophie kon zich amper nog inhouden. De kok schudde nee met zijn hoofd. ‘Een slecht gebit! Ja, echt! En vanwege dat slechte gebit verdroeg zij alleen nog maar zacht eten. Maar, en nu komt het: ze is naar de tandarts geweest en die heeft een aantal kiezen getrokken die niet meer te redden vielen en nu heeft zij een gedeeltelijk kunstgebit. Mevrouw kan weer happen!’ Dat was een enorme opluchting en om het te vieren ging de kok knapperige koeken bakken, naar een oud recept uit de Limburgse Maasvallei, om de tanden in te zetten!

 

Snijd de koude boter met twee messen door de bloem of zelfrijzend bakmeel, voeg suiker en bakpoeder toe, als de boter klein genoeg is gesneden, ongeveer erwtgrootte. Kneed hiervan met het ei en een eventuele smaakmaker, van een essence tot een beetje rum of iets dergelijks, een samenhangend deeg in vier tot vijf minuten. Het mag wat plakkerig blijven. Rol het dan op en leg een uurtje afgedekt koud weg.

Laat het dan weer wat op kamertemperatuur komen en rol het deeg uit tot een plak van ongeveer 3 millimeter dikte. Steek met een groot glas of een kommetje koeken van ongeveer 10 centimeter uit en leg die op een bakplaat met bakpapier. Je kunt er ook grote ruiten van snijden, wat je wilt. Kwast er dan wat losgeklopt ei overheen en bestrooi met kristalsuiker. Bak ze op 220 graden in een minuut of 8 goudbruin. Trek ze inclusief bakpapier op een rooster om af te koelen, de koekjes worden dan vanzelf harder en knapperig, zoals de naam al zegt: knapkook!

Reacties

Populaire posts van deze blog

RECEPT VAN WELEER Vechtvlees   De deur van de keuken van Louis, de chef-kok van mevrouw Belle de Fleurdelis, in de villa van Weleer ging met een ruk open. ‘Oeps!’, klonk het, ‘daar had ik hem bijna uit de handen laten glippen. Maar dan moet de wind vroeger opstaan dan vandaag!’ Met die woorden stapte Sophie, de 1 e huishoudster van mevrouw de keuken binnen. ‘Doe maar snel weer dicht, het waait nog hard genoeg en ik heb geen behoefte aan dode bladeren in het eten voor het diner van vanavond.’ De kok keek verstoord op van de keukentafel waaraan hij aan het werk was. ‘Jaja’, mompelde de huishoudster als antwoord, ‘ik ben al bezig, wees blij dat ik de deur niet liet schieten, dan hadden er makkelijk een paar ruitjes uit kunnen gaan, was je ook niet blij mee geweest.’ ‘Dat had er nog bij moeten komen’, gromde Louis. ‘Met het verkeerde been uit bed gestapt?’, Sophie probeerde er een grapje van te maken, ‘en wat ben je al vroeg aan het avondeten bezig. Is het een ingewikkeld gerecht?’ De
  OUD & WIJS Herkenningszinnen                                       Vandaag meende ik een nieuw Nederlands woord te hebben bedacht: ‘herkenningszin’. Het moest een vertaling zijn van het woord ‘ catchphrase ’, een woordje of zin, door een persoon in muziek, toneel, theater, film of televisie gebruikt als… nou ja, herkenningszin. De Googlevertaling van catchphrase bleek ‘slogan’ te zijn. Dat is om te beginnen niet echt Nederlands en dekt de lading niet, naar mijn mening. Een slogan is ook wat mensen roepen bij een demonstratie, zoals ‘M.E.! Weg ermee!’ of ‘Stop fossiele brandstof, NU!’. Dat zijn slogans. ‘ Hamsteréééén !’ is een beetje van allebei. Maar wie schetst mijn verbazing: herkenningszin was al bedacht! Al heeft het Van Dale nog niet gehaald, h et staat in allerlei wetenschappelijke verhandelingen en heeft ook met IT te maken. De eerste teleurstelling van de dag was binnen.     Maar herkenningszinnen kennen we allemaal. Het fenomeen is al heel oud, Erasmus was de eerste d

RECEPT VAN WELEER Borstplaat

  RECEPT VAN WELEER Borstplaat   Het was de avond van de 5 e december in de villa van Weleer, het landgoed van Belle de Fleurdelis. In de keuken was de Franse chef kok van mevrouw, Louis Malin, bezig met het schoonmaken en opruimen van alles wat er die dag was vuilgemaakt bij het bereiden van de maaltijden en tussendoortjes voor Belle en het personeel van de villa. Op een doordeweekse dag als deze was dat te overzien; ’s ochtends een flinke hoeveelheid eieren met spek bakken en op het versgebakken boerenbrood serveren voor de stallenjongens, de tuinman en natuurlijk de huishoudsters. Dan een exquise ontbijtje met een zachtgekookt eitje voor mevrouw, en de dag kon van start gaan. Een heel ander verhaal dan wanneer er een 4-, 5-, of zelfs 6-gangendinerdiner voor de bevriende notabelen gekookt moest worden. Dan was de kok vaak al twee dagen van tevoren aan de slag. Maar, zoals gezegd, dit was een gewone doordeweekse dag en de bezigheden waren te overzien en bijna gedaan voor de dag