Doorgaan naar hoofdcontent

RECEPT VAN WELEER Gehaktballen en berenklauw

 Louis, de Franse chef-kok van mevrouw Belle de Fleurdelis in de villa van Weleer, stond in de deuropening van de keuken en haalde een paar keer diep adem. Heerlijk! Frisse lucht, die niet meer zo koud was dat hij automatisch moest hoesten als de ijskoude lucht zijn longen binnendrong. Nee, gewoon diep adem kunnen halen en de laatste resten van de winterlucht uit de longen verjagen. Verse lentelucht naar binnen zuigen en de tinteling toelaten en van genieten. Dat gaf het gevoel weer te leven, na de donkere dagen van de winter met zijn troosteloze aanblik. In de moestuin schoot er van alles weer de grond uit en dit keer waren het geen paddenstoelen die omhoog kwamen als… ehm, de spreekwoordelijke paddenstoelen.

In de verte hoorde Louis een belletje rinkelen. Dat moest de 1e huishoudster van mevrouw zijn; Sophie. Die was blijkbaar naar het dorp gefietst, waarschijnlijk om een boodschapje te doen. De reguliere boodschappen werden wekelijks bij de villa afgeleverd door een serie bezorgers. De bakker, de slager, de kruidenier, de melkboer en zelfs de apotheker kwamen langs om de bestellingen af te leveren. En niet te vergeten de ijswagen, die blokken ijs kwam afleveren voor de ijskast in de kelder, waar de bederfelijke waar in werd bewaard. In de goed geïsoleerde ruimte in de kelder smolten de staven ijs langzaam weg en werden dan weer aangevuld met verse blokken ijs. Het smeltwater liep vanzelf in het putje weg.

Werd er vroeger een van de stallenjongens naar het dorp gestuurd om de bestellingen door te geven aan de respectievelijke leveranciers, was tegenwoordig de telefoon aanwezig om die door te geven. Wat een reuze handige uitvinding was dat toch! Het was de taak van Sophie om alle bestellingen te verzamelen en door te bellen. Als zij iets vergat, ging ze meestal zelf eropuit om dat te herstellen. Vandaag was blijkbaar zo’n dag. Louis hoorde de roffel van de fietsbanden op het paadje aankomen. Daar kwam zij al de hoek om, maar wat zag zij eruit! Heur haar hing in slierten om haar gezicht en haar huishoudstersjurk droop van het water. ‘Het is lente!’, riep zij al van verre. ‘Helemaal vergeten dat er ook plaatselijk veel regen kan vallen!’ Sophie was overvallen door zo’n buitje, dat dankzij de gestegen temperatuur niet veel schade aanrichtte. Ze was wel doorweekt, maar niet ijskoud. ‘Ik ga gehaktballen draaien’, beloofde Louis, ‘als jij droge kleren aantrekt, krijg je van mij een verse gebraden bal.’ ‘O, of een berenklauw, daar heb ik zin in!’ En zoals gewoonlijk kreeg Sophie haar zin…

  1. Snipper de sjalotjes of het uitje en voeg het in een kom bij het gehakt, met het ei, de mosterd en de kruiden. Kneed dit goed door elkaar.
  2. Snij de korten van het brood en week het in de melk. Kneed het brood door het gehakt. De rest van de melk is niet nodig.
  3. Verdeel het gehakt in vier delen, rol er ballen van en draai die door de bloem.
  4. Smelt de boter in een koekenpan en braad de ballen rondom aan. Draai het vuur laag en laat met de deksel op de pan een minuut of 20 sudderen, draai de ballen om en laat nogmaals 20 minuten sudderen, voeg daarna een flinke scheut water toe voor een lekkere jus.
  5. Voor een berenklauw laat je de ballen afkoelen of gebruik ze de volgende dag en snij in 4 plakken en de uien in 6 schijven.
  6. Rijg de ballen en de ui om en om aan een satéprikker. Begin en eindig met een stuk gehaktbal. 
  7.  Verhit de frituurolie to 180 graden en bak de berenklauwen een minuut of 5 of tot de ui gaar is. Overgiet met satésaus, ketchup of mayonaise naar keuze en geniet! 

 

 




Reacties

Populaire posts van deze blog

RECEPT VAN WELEER Vechtvlees   De deur van de keuken van Louis, de chef-kok van mevrouw Belle de Fleurdelis, in de villa van Weleer ging met een ruk open. ‘Oeps!’, klonk het, ‘daar had ik hem bijna uit de handen laten glippen. Maar dan moet de wind vroeger opstaan dan vandaag!’ Met die woorden stapte Sophie, de 1 e huishoudster van mevrouw de keuken binnen. ‘Doe maar snel weer dicht, het waait nog hard genoeg en ik heb geen behoefte aan dode bladeren in het eten voor het diner van vanavond.’ De kok keek verstoord op van de keukentafel waaraan hij aan het werk was. ‘Jaja’, mompelde de huishoudster als antwoord, ‘ik ben al bezig, wees blij dat ik de deur niet liet schieten, dan hadden er makkelijk een paar ruitjes uit kunnen gaan, was je ook niet blij mee geweest.’ ‘Dat had er nog bij moeten komen’, gromde Louis. ‘Met het verkeerde been uit bed gestapt?’, Sophie probeerde er een grapje van te maken, ‘en wat ben je al vroeg aan het avondeten bezig. Is het een ingewikkeld gerecht?’ De
  OUD & WIJS Herkenningszinnen                                       Vandaag meende ik een nieuw Nederlands woord te hebben bedacht: ‘herkenningszin’. Het moest een vertaling zijn van het woord ‘ catchphrase ’, een woordje of zin, door een persoon in muziek, toneel, theater, film of televisie gebruikt als… nou ja, herkenningszin. De Googlevertaling van catchphrase bleek ‘slogan’ te zijn. Dat is om te beginnen niet echt Nederlands en dekt de lading niet, naar mijn mening. Een slogan is ook wat mensen roepen bij een demonstratie, zoals ‘M.E.! Weg ermee!’ of ‘Stop fossiele brandstof, NU!’. Dat zijn slogans. ‘ Hamsteréééén !’ is een beetje van allebei. Maar wie schetst mijn verbazing: herkenningszin was al bedacht! Al heeft het Van Dale nog niet gehaald, h et staat in allerlei wetenschappelijke verhandelingen en heeft ook met IT te maken. De eerste teleurstelling van de dag was binnen.     Maar herkenningszinnen kennen we allemaal. Het fenomeen is al heel oud, Erasmus was de eerste d

RECEPT VAN WELEER Borstplaat

  RECEPT VAN WELEER Borstplaat   Het was de avond van de 5 e december in de villa van Weleer, het landgoed van Belle de Fleurdelis. In de keuken was de Franse chef kok van mevrouw, Louis Malin, bezig met het schoonmaken en opruimen van alles wat er die dag was vuilgemaakt bij het bereiden van de maaltijden en tussendoortjes voor Belle en het personeel van de villa. Op een doordeweekse dag als deze was dat te overzien; ’s ochtends een flinke hoeveelheid eieren met spek bakken en op het versgebakken boerenbrood serveren voor de stallenjongens, de tuinman en natuurlijk de huishoudsters. Dan een exquise ontbijtje met een zachtgekookt eitje voor mevrouw, en de dag kon van start gaan. Een heel ander verhaal dan wanneer er een 4-, 5-, of zelfs 6-gangendinerdiner voor de bevriende notabelen gekookt moest worden. Dan was de kok vaak al twee dagen van tevoren aan de slag. Maar, zoals gezegd, dit was een gewone doordeweekse dag en de bezigheden waren te overzien en bijna gedaan voor de dag