Een wat vreemd woord deze keer. Een definitie van ‘zeloot’ is: ‘iemand die op onverdraagzame wijze andersdenkenden op vooral religieus gebied bestrijdt en tracht te vervolgen; fanatiekeling; dweper.’ Het woord stamt uit het Grieks; ‘zēlōtḗs’ betekende ‘fanatieke volger’ en is afgeleid van ‘zẽlos’ dat ‘geestdrift’ of ‘ijver’ betekent. In het Frans ligt dat dan weer aan de bron van ‘jaloux’, dat bij ons ‘jaloers’ werd. Zeloten waren een Joodse groepering die tegen de Romeinse overheersing van Judea streed en daarmee ook tegen Joodse adel die met hen samenwerkten. Onder de apostelen van Jezus zou er tenminste een zijn geweest: Simon de Zeloot. Wat de Romeinen onderscheidde van vele andere overheersers, is dat zij de plaatselijke gebruiken en ook de lokale goden in stand lieten. Daarmee wonnen zij veel goodwill bij de overwonnen volkeren, die, zoals bij ons de Bataven, vaak in het Romeinse leger werden opgenomen en daarmee een kleine kans maakten om het tot volwaardig Romeins burge...
Artikelen en recepten uit de tijd van weleer